-
Het decor van de roman Twee koffers vol (1993) is joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfelschnitt, voert zij geestige gesprekken over de komst van de messias, terwijl haar vader zelf op zoek is naar koffers die hij lang geleden heeft begraven. 'Net als Tralievader is Twee koffers vol met argeloze trefzekerheid geschreven, met een feilloze intuïtie voor de verhouding tussen het kleine en het grote.' Carel Peters, Vrij Nederland, 24-4-1993. 'Het knapst is Friedman in het neerzetten van een handvol personages met een paar kleine observaties, een paar dialogen, een of twee zinnen over het verleden. (...) Kleurrijk, droevig, open en gesloten - het is het allemaal tegelijkertijd.' Doeschka Meijsing, Elsevier, 22-5-1993. Twee koffers vol werd in 1998 verfilmd door Jeroen Krabbé onder de titel Left Luggage.
-
Met Peter van Geffel moest het, zoals zijn moeder al dikwijls had voorspeld, wel misgaan. Op jeugdige leeftijd sterft hij een gewelddadige dood. Ergens in de duinen bij Noordwijk wordt hij, met een smalle dolk tot het heft in zijn rug, door een vroege wandelaar gevonden. Het onderzoek van de plaatselijke politie levert niets op. Er komt een bericht op de landelijke telex. Natuurlijk belandt dat bij De Cock. Daarmee begint voor de Amsterdamse rechercheur - en zijn vaste maat Vledder - een nieuw avontuur.
-
Dit boek neemt de lezer mee naar het begin van de medische wetenschap in het oude Griekenland en beschrijft de daaropvolgende reis naar de 8e-eeuwse Arabische wereld en de geboorte van een nieuw systeem genaamd Unani. Er is ook een informatief hoofdstuk over huismiddeltjes die veilig door lezers kunnen worden uitgeprobeerd, aangezien het medicijn van Unani
-
Schrijfkriebels is een praktisch boek waarin leerkrachten een leidraad vinden om kinderen ervaringen op te laten doen in het bewegen in het platte vlak. Dit boek is bedoeld voor de onderbouw van zowel regulier als speciaal basisonderwijs. Het is een voorbereiding op het schrijven om problemen te voorkomen en als schrijfremediëring. Het past dus naast en voorafgaand aan iedere schrijfmethode. Kinderen kunnen zich in hun eigen tempo de schrijfbewegingen eigen maken en deze door herhaling automatiseren. Dit heeft een positief effect op de verdere schrijfontwikkeling. Het boek bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte. De theorie wordt vertaald naar de praktijk aan de hand van speelse oefeningen, die in acht thema's zijn ondergebracht. Omdat het gaat om thema's die voor de onderbouw gebruikelijk zijn, kunnen de oefeningen gemakkelijk in het leerprogramma worden geïntegreerd. De oefeningen in het praktijkdeel zijn vooral procesgericht. Het gaat niet primair om het resultaat, maar om de bewegingservaringen van het kind. Verder hoort bij dit boek een cd met muziek en liedjes die de oefeningen ondersteunen.
-
and postoperative care. New to this edition is additional coverage of robotic surgery, along with review of evidence-based guidelines for practice. From well-known educator Jane C. Rothrock - and with every chapter authored by an expert nurse - Alexander's gives you the tools you need to provide safe, high-quality care in the surgical setting.
-
Samenvatting Aan de “Vaders” van de ethische theologie Daniël Chantepie de la Saussaye Sr. en Johannes Hermanus Gunning Jr. werd in het verleden een studie gewijd. Aan de ethischen van de tweede generatie - de “jong- ethischen” - viel deze eer nog niet te beurt. In de reeks van de jong-ethischen neemt de Haagse predikant J.H. Gerretsen een geheel eigen plaats in. “Hij had zeker een goed professor kunnen zijn” aldus Gerretsen’s leerling G. van der Leeuw. Aan Gerretsen werd en wordt nog geregeld - na zijn heengaan in 1923 - in ons land aandacht besteed, doch meestal incidenteel. Veelal blijft het bij het citeren van significante gedachten uit zijn werken of preken. Wij kennen slechts drietheologen, die een summier licht wierpen op Gerretsen’s theologie t.t. ds.J.G.W. Goedhard, dr.G.Ph. Scheers en prof.dr. Golterman. J.G.W. Goedhard eerde zijn leermeester posthuum met een “schets” van diens theologie. Daarenboven publiceerde hij met A.R. Rutgers in 1925 een belangwekkende “Keur van overdenkingen uit de nalatenschap van dr. J.H. Gerretsen”. De onderhavige studie beoogt - om met G. van der Leeuw te spreken - “het geluid van deze sterke stem” in onze dagen nog eens te laten weerklinken. Wij willen daarbij niet uit het oog verliezen, dat Gerretsen’s theologie zeer nauw met zijn persoon verbonden is. Gerretsen’s stijl is zeer bondig, reden, waarom wij hem in het vervolg breed zullen citeren. Als “terminus ad quem” houden wij het jaar 1916 aan, het jaar, waarin Gerretsen instortte. Wij willen trachten op fenomenologisch-genetische wijze Gerretsen op zijn weg te volgen. Er is in zijn denken een voortdurende beweging en het geheel van zijn oeuvre kenmerkt zich door een wonderbare organische samenhang.