Hoe dronken ben je?” vroeg dokter Onyango toen we de berg afliepen naar zijn huis. We hadden op de veranda een paar flesjes lauw Tuskerbier gedronken.
“Hoezo? Ik ben niet dronken,” zei ik.
“Oké, dan gaan we nu naar de kroeg.”
“Naar de kroeg? Ik heb dienst… Er ligt een vrouw op de verloskamer die wordt ingeleid.”
Tijdens het tropenco-schap in de bergen van Kenia komt de auteur in bizarre situaties terecht. De bekende problemen die een co-assistent tegenkomt worden in de tropen nog eens gecompliceerd door cultuurverschillen, communicatieproblemen en een gebrek aan diagnostische en therapeutische middelen. In het dagboek “Naar de tropen” beschrijft de auteur met een kwinkslag wat hij binnen en buiten het missieziekenhuis meemaakt. Ondanks alle frustraties wordt duidelijk dat Kenia en de Kenianen een plaats in zijn hart hebben veroverd.