Fred Moorman droomt van een zwarte jeep Cherokee en een nieuwe vriendenkring. Zijn leven is tot stilstand gekomen. Zijn zoon ziet hem allang niet meer als held en zijn vrouw mijmert over haar leven na zijn dood.
Dan loopt hij Max G. tegen het lijf, een oude vriend over wie op school al het gerucht ging dat hij in verdovende middelen handelde. Max maakt indruk, met zijn kameraad Richard H., zijn oogverblindende vrouwen en zijn cabriolet. Fred ziet zijn kansen.
‘Een tegelijk hilarische en schrijnende roman die alles zo vaak op zijn kop zet dat je uiteindelijk niet meer weet wat boven ligt: fictie of werkelijkheid.’ – GPD
‘Het verhaal ontrolt zich van de ene sterke scène naar de andere, van het ene indringende beeld naar het andere.’ – Vrij Nederland