-
Biep exemplaar Debuutroman. In de ik-vorm vertelt de schrijfster (1966) over een drie-en-twintigjarig meisje dat lijdt aan anorexia en haar ouders wanhopig probeert uit te leggen dat zij niet gek is en dat haar lijden, want dat is het, wel degelijk iets met hen te maken heeft. Zij stuit op veel onbegrip, zowel bij haar ouders, als bij haar zusje en familie. Het dwangmatige leven met strikte regels dat het meisje zichzelf oplegt komt goed uit de verf. Het burgerlijke milieu met eindeloos veel koppen koffie en veel prietpraat komt in de dialogen sterk tot uiting. In de beschrijving van gebeurtenissen is de stijl wat traag en onbeholpen. Een verslag van binnenuit. Passend kaal omslag met grassprietje.
-
Chronische pijn, waar een arts machteloos tegenover staat, kan mensen tot wanhoop brengen. Deze mensen leren hun pijn te overwinnen is het doel van de Amerikaanse pijncentra. De auteur zet de werkwijze van een zo'n centrum uiteen aan de hand van een patient die er behandeld wordt. De benadering van de therapeuten is gericht op de hele patient en niet alleen op de pijn. Een aantal methoden die daarbij worden gebruikt, krijgt een nadere uitleg. Heel nuttig zijn de aanwijzingen om zelf een pijnbeheersingsprogramma op te zetten en de tips om zichzelf te leren ontspannen. Echt op Nederland gericht is tenslotte het literatuurlijstje van in de Nederlandse taal verschenen boeken op dit gebied. Een boek, dat ieder die met pijn lijden te maken heeft, meer inzicht kan geven in deze materie. Mensen die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, kunnen hieruit suggesties opdoen voor een op deze principes gebaseerde pijnbehandeling in ons land.
-
Religie is mythologie. Zit boordevol mythen. Anders dan het alledaagse spraak ons wil doen geloven, zijn mythen geen flauwekul. Mythen vertellen wijsheden en waarheden over de binnenkant van wie wij zijn. Over de ziel, de innerlijke werkelijkheid die ieder mens in zich draagt - al zijn velen er zich niet van bewust dat zij diep van binnen een grote schat in zich bergen. Die schat graaft de auteur van dit boek op, uit religieuze verhalen, sprookjes, dromen, mythen. Luisterend naar de stem van de ziel. Kunst, liefde en religie spreken de taal van de ziel. Ze spreken de taal van mythen, dromen en sprookjes. Ze spreken in beelden, die dieper reiken en verder dan de taal van feiten, cijfers en standen van zaken. Door religieuze verhalen (weer) als mythen te lezen, krijgen we zicht op de werkelijkheid waar religie over gaat: ons eigen innerlijk, de ziel. Geïnspireerd door het werk van Carl Jung en de mythologie van Joseph Campbell vertelt Harm Knoop in Leef je eigen mythe zijn weg door religie en leven. Voor hem vallen die twee - religie en leven - zo goed als samen en ook nog eens in een bedding die het besef en de vreugde oproepen dat wij het grootste mysterie van het bestaan in onszelf meedragen: wij zijn dat zélf, dat mysterie. En we kunnen het ontsluiten en vruchtbaar maken voor het grote geheel. Wanneer we onze eigen mythe opgraven. Wanneer we die leren verstaan. Wannee we onze eigen mythe gaan leven. Harm Knoop (1954) is theoloog. Hij werkt met vrijmoedigheid als voorganger in de vrijzinnigheid (de NPB) en als trainer, coach, inspirator, vertrouwenspersoon. En altijd als schatgraver. De schat in het binnenste van mensen helpen vinden, opgraven, ontsluiten - dat is zijn mythe en missie