-
De engelse architect-planoloog Risebero beschrijft en tekent op zeer inzichtelijke en volledige wijze de geschiedenis van het westerse bouwen vanaf de Romeinen tot heden, vanaf "primitieve creativiteit tot onnatuurlijkheid en vervreemding". De diverse periodes worden per tijdseenheid behandeld. Niet alleen de belangrijkste bouwwerken en technieken komen hierbij aan bod, maar ook de "gewone" architectuur (onder andere woningbouw). Het valt toe te juichen dat de plaats van het bouwen binnen de toenmalige maatschappelijke omstandigheden wordt aangegeven en ook de ontwikkeling van de stedebouw (!). Bevat zeer vele handgetekende zwart-wit illustraties, een verklarende woordenlijst en een uitgebreid register.
-
Het Derde deel behandelt de Noordoostfriese gemeenten Oost-en Westdongeradeel. Schrijfster; wetenschappelijk medewerkster van de kunsthistorische afdeling v.d. Rijksdienst voor de Monumentenzorg houdt dezelfde beschrijvingsvolgorde aan als in deel I. Voor de inleidende hoofdstukken over de geschiedenis verwijst ze tevens naar deel I. De kunsthistorische beschrijving van de nu bijna geheel verdwenen states vulde D.J. van der Meer (evenals in het vorige deel) aan met de geschiedenis van de states en genealogische gegevens en funkties van hun bewoners. De vrij beknopte, leesbare tekst, die bij minutieuze bestudering wel enige kennis van de bouwkundige terminologie vereist, is voorzien van een uitvoerige literatuur- en bronvermelding en ruim 346 afbeeldingen.
-
Leo Humblet krijgt een telefoontje van een jonge vrouw, Francesca, die de dochter blijkt te zijn van zijn grote en enige liefde: Jozefien Fels. Twintig jaar lang heeft Humblet op een teken van leven gewacht en nu is het er, in de persoon van een vrolijk, doortastend meisje uit Sint-Petersburg. Het verzoek dat Francesca aan Leo Humblet richt, brengt hem tot een beslissing met verstrekkende gevolgen. Ad van Iterson voert de lezer naar Berlijn, Milaan en Amsterdam, maar bovenal naar het decor van zijn gepassioneerde jeugdliefde: de stille kunstenaarswijk in de schaduw van de omwalling van Maastricht. 'Francesca's moeder' is een spannende roman over de liefde, over de verleiding van de ongenaakbaarheid en over de eeuwige wederkeer, geschreven in een betoverende stijl, met humor, met mededogen, maar vooral indringend en onvergetelijk.
-
Thera Coppens (1947) is auteur van vele historische boeken waaronder Marie Cornélie. Dagboek van haar reis naar het hof van St. Petersburg’, Dageraad van Oranje Nassau en Hortense. De vergeten koningin van Holland. Ze schreef artikelen in onder meer NRC Handelsblad, Vitrine/het Museumtijdschrift en Nouveau. Deze geschiedenis van Kasteel Buren in de Betuwe en haar bewoners, de graven en gravinnen van Buren, begint in 1537, toen het kasteel door een Italiaanse architect grondig werd verbouwd in opdracht van graaf Floris. Zijn zoon Maximiliaan werd een steunpilaar van Karel V en wist zijn enig kind Anne in 1551 uit te huwelijken aan Prins Willem van Oranje. Hun nakomelingen behoren dan ook tot het Huis van Oranje-Nassau. Na ± 1650 was er van Oranje-zijde weinig belangstelling voor het kasteel, dat in 1795 door de Franse bezetters werd gesloopt. In dit boek, dat de auteur schreef in opdracht van de Stichting Oud Buren, legt zij de nadruk op de bewoners. Over hen en hun band met het kasteel en het stadje Buren schrijft zij levendig en informatief, maar minder geinspireerd dan in eerder werk. Het geheel is royaal en goed geillustreerd. De Latijnse en wetenschappelijke/historische termen worden niet verklaard.
-
Niet op voorraadFoto S. van Deventer [1888-1972 ] : P.A. de Korte Leende Deze bladen leg ik in de handen en het hart van mijn vrouw
-
Philip Jodidio heeft weer een prachtig boek afgeleverd in zijn reeks van hedendaagse architectuur uit diverse landen. Eerder verschenen al boeken over Engeland, Zwitserland en Japan. Het boek is drietalig, Engels, Frans en Nederlands, en gaat na een korte inleiding meteen over op de verschillende architectenbureaus. Er worden 14 architectenbureaus besproken met in totaal 26 projecten. Elk bureau wordt kort toegelicht en daarna volgen een of twee projecten van het bureau. Deze projecten worden ook kort besproken; er worden vele prachtige kleurenfoto's bij getoond. Door de wat summiere beschrijvingen blijft het boek wel echt een overzichtswerk; inhoudelijk worden de projecten niet besproken. Een mooi bladerboek over de hedendaagse Nederlandse architectuur.
-
Het tweede deel behandelt de Noordoostfriese gemeenten Oost-en Westdongeradeel. Schrijfster; wetenschappelijk medewerkster van de kunsthistorische afdeling v.d. Rijksdienst voor de Monumentenzorg houdt dezelfde beschrijvingsvolgorde aan als in deel I. Voor de inleidende hoofdstukken over de geschiedenis verwijst ze tevens naar deel I. De kunsthistorische beschrijving van de nu bijna geheel verdwenen states vulde D.J. van der Meer (evenals in het vorige deel) aan met de geschiedenis van de states en genealogische gegevens en funkties van hun bewoners. De vrij beknopte, leesbare tekst, die bij minutieuze bestudering wel enige kennis van de bouwkundige terminologie vereist, is voorzien van een uitvoerige literatuur- en bronvermelding en ruim 700 afbeeldingen.