Algemeen

  • Als publicist voor de toonaangevende beleggingssite IEX volgt Marcel Tak de ontwikkelingen op het gebied van notes al jaren kritisch op de voet. Zijn diepgaande kennis heeft hij uiteengezet in dit boek. Waarom zijn notes zo populair? Wat zijn het precies? En welke voor- en nadelen hebben notes? Maar ook: waar moet je op letten bij de aanschaf van deze producten? Op deze en veel andere vragen geeft Marcel Tak een duidelijk en vakkundig antwoord.Beleg sinds een aantal jaren in notes en turbo's. Kon nooit wat onafhankelijks vinden over deze producten behalve op het net. Zaterdag gekocht - zondag uit. Leuk en helder geschreven.
  • The Magic Cirde OorspronkelijkeTitel Idaho, 1989 Ariel Behn, een expert op het gebied van nucleair afval, is kapot van de moord op haar neef. Door zijn dood erft zij wel de familieschat: een sinistere verzameling manuscripten, die haar bij een oeroud mysterie betrekt... Jeruzalem, 32 n.Chr. Tijdens de laatste week van het leven van Christus probeert de Romeinse keizer Tiberius een eeuwenoud raadsel op te lossen. Wie de aanwijzingen verzamelt en juist interpreteert zal over de hele wereld heersen. Zo begint een fascinerende reis vanaf de opkomst van het Romeinse Rijk tot aan de val van de Berlijnse Muur. Katherine Neville is de auteur van De Acht, De Magische Cirkel en Het Vuur.
  • Dit boek van de Joodse geleerde David Flusser gaat over Jezus en het Jodendom van zijn tijd. Vanuit de toenmalige Joodse geschriften laat Flusser een nieuw licht vallen op veelal overbekende teksten. De persoon van Jezus krijgt daardoor gestalte als een onafhankelijk en diepzinnig leraar temidden van zijn tijdgenoten. De auteur besteedt voorts aandacht aan de Joodse oorsprong van het Christendom, dat als nieuwe godsdienst onder Jezus´ volgelingen ontstond. Tenslotte belicht hij ook de verschillen tussen beide godsdiensten en de oorzaken van de scheiding. De artikelen waaruit het boek is samengesteld zijn in overleg met de auteur gekozen. Ze richten zich tot ieder die de noodzaak onderkent van een herbezinning op de bronnen van het Christendom. Deze uitgave is tot stand gekomen i.s.m. de B. Folkertsma stichting voor Talmudica.
  • Religie is mythologie. Zit boordevol mythen. Anders dan het alledaagse spraak ons wil doen geloven, zijn mythen geen flauwekul. Mythen vertellen wijsheden en waarheden over de binnenkant van wie wij zijn. Over de ziel, de innerlijke werkelijkheid die ieder mens in zich draagt - al zijn velen er zich niet van bewust dat zij diep van binnen een grote schat in zich bergen. Die schat graaft de auteur van dit boek op, uit religieuze verhalen, sprookjes, dromen, mythen. Luisterend naar de stem van de ziel. Kunst, liefde en religie spreken de taal van de ziel. Ze spreken de taal van mythen, dromen en sprookjes. Ze spreken in beelden, die dieper reiken en verder dan de taal van feiten, cijfers en standen van zaken. Door religieuze verhalen (weer) als mythen te lezen, krijgen we zicht op de werkelijkheid waar religie over gaat: ons eigen innerlijk, de ziel. Geïnspireerd door het werk van Carl Jung en de mythologie van Joseph Campbell vertelt Harm Knoop in Leef je eigen mythe zijn weg door religie en leven. Voor hem vallen die twee - religie en leven - zo goed als samen en ook nog eens in een bedding die het besef en de vreugde oproepen dat wij het grootste mysterie van het bestaan in onszelf meedragen: wij zijn dat zélf, dat mysterie. En we kunnen het ontsluiten en vruchtbaar maken voor het grote geheel. Wanneer we onze eigen mythe opgraven. Wanneer we die leren verstaan. Wannee we onze eigen mythe gaan leven. Harm Knoop (1954) is theoloog. Hij werkt met vrijmoedigheid als voorganger in de vrijzinnigheid (de NPB) en als trainer, coach, inspirator, vertrouwenspersoon. En altijd als schatgraver. De schat in het binnenste van mensen helpen vinden, opgraven, ontsluiten - dat is zijn mythe en missie
  • More than thirty years ago, an entire generation sought a new way of life, looking for fulfillment and meaning in a way no one had before. Leaving his teaching job at Harvard,
  • Het is 1989. Moeder heeft een hersenbloeding gehad en hult zich sindsdien in een mysterieus stilzwijgen. Niemand weet wat ze denkt of begrijpt. Haar twaalf volwassen kinderen besluiten om beurten voor haar te zorgen. Jarenlang zijn ze hun eigen weg gegaan. Nu brengt moeder hen weer samen. 'Het zal niet lang duren', zeggen ze tegen elkaar. Maar de oude moeder weigert te sterven. Acht jaar lang zit ze stil voor het raam. Steeds brozer en langzaam vergroeiend met haar stoel. Judith Koelemeijer raakte geïntrigeerd door het beeld van de zwijgende moeder - haar oma - en ging op zoek naar de geschiedenis van haar familie. Ze vroeg zich af wat de twaalf kinderen dachten over hun moeder, nu ze avond aan avond tegenover haar zaten. Wat wisten ze van haar? Wat wisten ze eigenlijk van elkaar? Hoe keken ze terug op hun gezamenlijke jeugd in de jaren vijftig en zestig? Hun verhalen zijn onthullend. Want hoe dicht ze vroeger ook op elkaar leefden, de broers en zussen blijken elkaar nauwelijks te kennen. Iedereen hield zijn zorgen voor zichzelf en zweeg. En alle twaalf bewaren, zonder het van elkaar te weten, volstrekt andere herinneringen aan hoe het destijds was. In Het zwijgen van Maria Zachea vertellen ze elk hun eigen verhaal: de keurige oudste dochters die zo laat trouwden, de 'professoren' die in de stad studeerden, de 'werkers' die het hoveniersbedrijf van hun vader overnamen, de 'kleintjes' die de vrijheid veroverden. Het zwijgen van Maria Zachea is niet alleen de voor velen herkenbare geschiedenis van een groot, katholiek gezin in tijden die razendsnel veranderden. Het is ook het eigentijdse verhaal van twaalf broers en zussen die samen moeten beslissen over leven en dood van hun stille moeder - en daarbij angstvallig proberen de harmonie te bewaren. Judith Koelemeijer (1967) is journalist, o.a. voor de Volkskrant. In Het zwijgen van Maria Zachea, beschrijft ze de familie van haar vader: acht broers en vier zussen, geboren tussen 1934 en 1953 in het Zaanse dorp Wormer. Alle twaalf durfden het aan om zich te laten uithoren door hun nichtje en dochter, in lange en openhartige gesprekken. Judith Koelemeijer componeerde van hun herinneringen een bijzonder tijdsdocument, waarin velen zich zullen herkennen.
  • Drie jonge vrouwen, Ada, Marjorie en Esther, willen aan de beklemmende naoorlogse sfeer in Nederland ontsnappen en een bestaan opbouwen in Nieuw-Zeeland. Ze nemen deel aan een internationale luchtrace en reizen naar hun nieuwe vaderland in een vliegtuig vol meisjes zoals zij: bruiden op weg naar hun toekomstige echtgenoten. Tijdens de vlucht ontmoeten zij Frank, die alleen reist en op wie niemand wacht. Deze ontmoeting zal de koers van hun levens in Nieuw-Zeeland drastisch wijzigen, nog meer dan ze zelf beseffen. Vijftig jaar later, wanneer ze elkaar op de begrafenis van Frank weer treffen, staan ze oog in oog met de waarheid. Het is de vraag of je kunt vluchten voor wie je bent. Een meeslepend verhaal, gebaseerd op historische werkelijkheid: in 1953 werd The Last Great Air Race London-Christchurch gehouden. Het KLM-vliegtuig won. Omdat er zo veel bruiden onder de passagiers waren, werd er in de internationale pers van `de bruidsvlucht gesproken.
  • Otfried Preußler (Reichenberg, Tsjechoslowakije, 20 oktober 1923 – Prien am Chiemsee, 18 februari 2013) was een Duitse kinderboekenschrijver. Zijn bekendste boek in België en Nederland is Meester van de zwarte molen (oorspronkelijke titel: Krabat). Voor dit boek kreeg hij in 1973 de Zilveren Griffel. Otfried Preußler wordt op 20 oktober 1923 geboren in het dan Duitstalige Reichenberg in Bohemen (tegenwoordig Tsjechië). Na zijn eindexamen moet hij in 1942 dienen aan het oostfront, waar hij in 1944 door soldaten van het Rode Leger gevangen wordt genomen en als krijgsgevangene naar de Sovjet-Unie overgebracht. Hier leert hij de Russische volksverhalen goed kennen, die hij later verwerkt in zijn boeken. In juni 1949 komt hij vrij. Datzelfde jaar trouwt hij met Annelies Kind. Vanaf 1953 werkt hij als leraar op een school in Rosenheim. In 1970 geeft hij het leraarschap op om zich volledig aan het schrijven van kinder- en jeugdboeken te wijden
  • James Elroy Chandler, erfolgreicher Autor vieler Hollywood-Filme, arbeitet in Deutschland an einem neuen Drehbuch. Das Einvernehmen mit dem Produktionschef wird von Intriganten gestort, seine Ehe droht zu zerbrechen, die Beziehung zur exzentrischen, leidenschaftlichen Geliebten nimmt bedrohliche Zuge an. Da erfahrt Chandler, da er unheilbar krank ist. Er hat nur noch ein Jahr zu leben
  • Biep exemplaar Debuutroman. In de ik-vorm vertelt de schrijfster (1966) over een drie-en-twintigjarig meisje dat lijdt aan anorexia en haar ouders wanhopig probeert uit te leggen dat zij niet gek is en dat haar lijden, want dat is het, wel degelijk iets met hen te maken heeft. Zij stuit op veel onbegrip, zowel bij haar ouders, als bij haar zusje en familie. Het dwangmatige leven met strikte regels dat het meisje zichzelf oplegt komt goed uit de verf. Het burgerlijke milieu met eindeloos veel koppen koffie en veel prietpraat komt in de dialogen sterk tot uiting. In de beschrijving van gebeurtenissen is de stijl wat traag en onbeholpen. Een verslag van binnenuit. Passend kaal omslag met grassprietje.
  • The Shifting Fog Oorspronkelijke Titel Gebruikers Sporen en Geel verkleuring Scheve rug Riverton Manor, Engeland, 1924. Op de avond van een groot society-feest pleegt de jonge dichter Robbie Hunter zelfmoord. Twee zussen, Hannah en Emmeline Hartford, zijn hier getuigen van; de ene zus is zijn toegewijde bewonderaarster, de andere volgens de geruchten zijn minnares. Na die avond spreken zij elkaar nooit meer. Wat is er gebeurd? De enige die de waarheid kent, is dienstmeid Grace Reeves. En zij doet er alles aan om het gebeurde te vergeten. Maar als er na zeventig jaar een film wordt gemaakt over die veelbesproken avond, komen oude herinneringen weer boven en wordt het steeds moeilijker om geheimen verborgen te houden.
  • Studie over welzijn en welzijnsnood. Schrijver was in leven hoogleraar in de sociale verzekeringsgeneeskunde. Aan de hand van "gevallen" wordt betoogd dat blijkbaar zeer veel mensen "geen leven" hebben omdat ze in sociaal/psychisch opzicht werden gefnuikt. Bovendien hebben mensen vaak neiging hun welzijnsnood te ontkennen of er zich bij aan te passen. W. pleit voor een "welzijnsrevolutie" om voor mensen meer mogelijkheden tot levensvoldoening te kunnen scheppen. De studie is tot ca. 1970 bijgewerkt, desondanks: een boek dat in deze tijd, waarin men zich afvraagt of de welzijnsinfrastructuur misschien moet worden versoberd, een aantal zakelijke argumenten bijdraagt in de discussie.
Ga naar de bovenkant