Productbeschrijving
Goed leren paardrijden is de basis van iedere ruiter die plezier wil beleven aan het rijden en aan het paard,want paardrijden doe je niet alleen maar samen met je paard. In dit opleidingsboek van de FNRS (federatie van Nederlandse Ruitersportcentra) worden ruiters stap voor stap meegenomen naar de verschillende opleidingen en de daarbij behorende theoretische kennis.Dit boek is het handboek voor iedere manegeruiter. Het vermeldt de leerstoffen voor de FNRS Ruiteropleidingen. In het handboek is het FNRS Proevenboek opgenomen. Dit proevenboek bevat alle FNRS Proeven (exclusief de A Proeven).
De opleidingen die gekoppeld zijn aan het handboek zijn de:
F Proeven
S Proeven
Va Proeven
Os Proeven
Vo Proeven
De betreffende theorie staat nauwkeurig vermeld in dit handige naslagwerk. Aan verschillende F Proeven zijn theorie-examens gekoppeld. Dit zijn de F2, F4, F6, F8 en F10. De theorie die je moet leren voor deze examens, staat in het handboek. Tevens kun je voor bepaalde proeven een diploma behalen. Dit zijn de even F Proeven, maar ook voor de Va Proeven, S Proeven, Os proeven en Vo proeven worden diploma’s uitgegeven. Als jij voldoende promotiepunten hebt behaald (en eventueel ook je theorie), wordt er een diploma voor je aangevraagd.
F1 t/m F2
De eerste F Proeven bestaan uit stap en draf, zonder galop. Dit zijn de proeven voor de ruiters die net beginnen met de F Proeven. In de F2 wordt bijvoorbeeld ook gevraagd naar het correct van je paard afstijgen.
F3 t/m F4
Vanaf de F3 moet je ook galopperen in de proeven en wordt het lichtrijden op het verkeerde been beoordeeld. Je gaat dus in de lessen voorafgaand aan het bovenvermelde niveau goed oefenen of je dit al kunt. In de F3 is ook het onderdeel “de teugels langer laten worden†nieuw.
F5 t/m F7
Enkele passen middendraf, halsstrekken, doorzitten en middenstap zijn nieuw. De F Proeven krijgen in iedere proef nieuwe, moeilijkere oefeningen. Zo moet je nu bijvoorbeeld sommige figuren helemaal doorzitten.
F8 t/m F10
Vanaf de F9 is ‘constante verbinding’ een apart punt waarop je wordt beoordeeld door de jury. Als je met je beenhulpen je paard actief houdt, zoekt hij zelf contact met jouw hand, omdat hij er vertrouwen in heeft dat dit geen pijn doet. Dit heet ‘aanleuning’.
F11 t/m F12
Wijken is een nieuw onderdeel in deze proeven. In de F11 is het wijken in stap en in de F12 moet je dit in draf laten zien. Tevens moet je in de galop enkele passen de galop verruimen. Deze onderdelen zijn moeilijk en staan compleet beschreven in het handboek “Leer paardrijden met plezierâ€.
F13 t/m F20
Vanaf de F13 worden alle oefeningen moeilijker, zoals volte 15 meter in galop, achterwaarts, schoudervoor, contragalop en schouderbinnenwaarts. Deze oefeningen vergen veel oefening van jou en je instructeur. De handboeken “Leer paardrijden met plezier†en “Beter paardrijden met plezier†kunnen je heel goed ondersteunen in deze hogere proeven.