-
Ramon wil op turnen, net als zijn buurmeisje Roos. Is turnen iets voor jongens? Roos zegt van wel. Ze neemt Ramon mee voor een proefles. Het blijkt dat hij superlenig is! Ramons vader is op familiebezoek in Indonesië. Voor hij wegging gaf hij Ramon een mooie oude zegelring. Ramon beloofde dat hij hem nooit af zou doen. Maar tijdens de gymles mag niemand sieraden dragen. Ramon wil dolgraag blijven turnen; als hij de ring afdoet, is het net of hij zijn vader verraadt. Hoe moet dat? Trouwens, zijn vader is al zoveel weken weg, komt hij nog wel terug? Intussen oefenen ze hard. Wie mogen naar de selectie? Voor het echter zover is, raakt de ring zoek. Vindt Ramon zijn ring terug en mag hij door naar de selectie?
-
Kit hoort de laatste tijd niet goed, daarom krijgt ze gehoorapparaat met een koptelefoon. Er zijn meer kinderen in de klas die een buitenboordapparaat - een bril of een beugel - hebben. Samen richten ze de Buitenboordclub op: een club met een eigen (gebaren)taal en zelfs een eigen clubhuis. Daar repeteren ze voor het grote schoolfeest, waar Wouter als waarzegger gaat optreden. Maar dan ontdekt de club een paar figuren die zich nogal verdacht gedragen.
-
Een klein mannetje is het. Geen kabouter maar een wiplala. En zo heet hij ook. Wiplala kan tinkelen, een soort toveren, maar hij vergeet steeds hoe hij de dingen weer terug getinkeld krijgt. Als hij de familie Blom net zo klein tinkelt als hijzelf, is dat het begin van een spannend avontuur. Zullen ze ooit weer 'normaal' worden