-
Zowel haar naam op de voorzijde als haar beeltenis op de achterzijde van het boek roepen bloeiende warmte op, maar in de elf verhalen uit deze nieuwe bundel van Fleur Bourgonje is die warme uitstraling alleen aanwezig in de liefdevolle manier waarop zij verdriet en eenzaamheid, angst en teleurstelling, weet weer te geven. We treffen de hoofdpersoon - meestal een vrouwelijke ik-figuur - tussen allerlei 'uitersten' aan, zowel in de buitenwereld (Afrika, Nederland, Zuid-Amerika) maar vooral in haar 'binnenwereld' die minstens zo afwisselend is, ook al zijn de voornaamste kleuren van die wereld zwart en grijs. Een auteur die deze grauwe tinten zo gevoelvol weet vast te leggen, stijgt ver uit boven veel collega's die kleurrijk een oppervlakkige wereld beschrijven. Fleur Bourgonje bewijst in elk van haar elf verhalen uit 'Wat het water gaf' dat zij van de stille wateren de diepste gronden durft te onderzoeken, en vanuit die diepten schenkt ze de lezer(es) paarlen die hopelijk niet voor de zwijnen zullen zijn.
-
Welke vrouw wil er niet jong en slank uitzien? En bestaat er niet een enorme markt voor anti-rimpelcremes en plastische chirurgie? Zelfs na de revolutionaire vrouwenbewegingen van de jaren zestig en zeventig lijken de conventionele en sterotiepe schoonheidsidealen nog niets aan kracht te hebben ingeboet... Geinspireerd door de eeuwige vrouwelijke onzekerheid over en preoccupatie met het lichaam stelde Patricia Foster een collectie samen van fictie en non-fiction, geschreven door vrouwen, over de complexe en merkwaardige relatie die vrouwen met hun lichaam onderhouden. De verhalen en teksten behandelen zaken als haarkleur en rimpels, maar ook anorexia en gezichtskanker. Vrouwen en hun lichaam is een deels ernstige, deels hilarische bloemlezing, waarin een aantal van de beste hedendaagse schrijfsters bijeengebracht is, onder wie Lucy Grealy en Hanan al-Shaykh. Deze Nederlandse editie van Vrouwen en hun lichaam omvat naast een keuze uit Patricia Foster oorspronkeluke verzameling
-
Maandelijks interviewt Ingrid Hoogervorst, al zes jaar lang, Nederlandse en buitenlandse schrijvers voor De Telegraaf en BZZLLETIN. Met centraal de vraag wat hen dreef bij het schrijven van hun romans.Wat maakte dat ene boek noodzakelijk? In de selectie uit al die interviews die 'Vreemdeling in eigen landschap' is, geven veel auteurs er blijk van zich van jongs af aan buitenstaander te hebben gevoeld, waarnemers aan de zijlijn van hun eigen tijd, geen deelnemers. Ze voelen zich nergens thuis, behalve in hun boeken. De interviews in 'Vreemdeling in eigen landschap' bieden een veelkleurige staalkaart van invalshoeken op de literaire buitenstaander. Wat is de invloed op de schrijver van gereformeerde afkomst: wil men er buiten blijven (Nicolaas Matsier) of juist terug naar die veilige omgeving (Maarten 't Hart)? Wil men zich terugschrijven naar het landschap van vroeger, naar Somalië (Yasmine Allas), Liberia (Vamba Shenif) of Indië (Adriaan van Dis, Basha Faber of Marion Bloem ), staat men met de voeten in Holland maar met de geest in Iran (Kader Abdollah), heeft men de deur van het thuisland definitief achter zich dichtgetrokken (Moses Isegawa), of zijn het de verhalen van een verloren wereld die men zoekt (Hafid Bouazza, Marcel Möring)? Hoe staan schrijvers als Arnon Grunberg, Boudewijn Büch, Herman Koch, Harry Mulisch of Connie Palmen in hun wereld?