-
Stigmata Oorspronkelijke Titel vertelt het verhaal van een jonge vrouw die op wonderlijke wijze in aanraking komt met het lot van haar voorouders en daardoor diep wordt geraakt. Een oud dagboek en een quilt met vele voorstellingen voeren Lizzie DuBose terug naar de wortels van haar familie. Lizzie herleeft zowel het leven van haar grootmoeder Grace als dat van haar betovergrootmoeder Ayo, die als klein meisje uit Afrika werd weggevoerd en in Amerika als slavin werd verkocht.
-
Persoonlijk relaas van de schrijfster over haar bittere ervaringen als stiefmoeder na de combinatie van twee éénoudergezinnen, waarin ze pleit voor erkenning van de specifieke problemen van dit gezinstype.Grandjean kent haar nieuwe vriend drie jaar als ze, zij het met de nodige bedenkingen, met haar dochter bij hem intrekt. Ook hij heeft kinderen uit een vorig huwelijk, een zoon en een dochter. Als vanzelfsprekend doet ze een poging om deze twee halve gezinnen tot één geheel te smeden, maar ze wordt hierin gedwarsboomd door zijn dochter, die met haar manipulaties een wig drijft tussen man en vrouw. Wanneer Grandjean met andere stiefmoeders over haar bittere ervaring praat, vertellen deze vrouwen hun eigen verhalen, die zo sterk op het hare lijken dat er wel een patroon achter lijkt schuil te gaan. Dat brengt Grandjean ertoe het stiefmoederschap de nieuwe vorm van vrouwendiscriminatie te noemen. Stiefmoeders moeten opboksen tegen het beeld van de stiefmoeder zoals we haar uit de sprookjes kennen. Zodra ze ook maar één keer haar eigen belangen boven die van het gezin of van haar stiefkinderen stelt, vindt iedereen haar slecht. Zo wordt ze maar al te gemakkelijk in het aloude rollenpatroon
-
Voor Crystal Wyatt, opgegroeid in een dorpje in een afgelegen dal, lijkt Hollywood onbereikbaar. In haar omgeving beweegt Crystals gouden stem de omstanders tot tranen. Daarom zet ze alles op alles om haar droom te verwezenlijken. Voor Spencer Hill is Crystal zijn grote liefde, maar hij moet kiezen tussen zijn hoofd en zijn hart, en hij trouwt met iemand anders. Jaren later ontmoeten ze elkaar weer...
-
Der Steppenwolf Oorspronkelijke Titel Ontwerp Karel Beunis De misschien wel bekendste roman van de schrijver Herman Hesse (1877-1962, Nobelprijs voor literatuur 1946), die voor de nazi's naar Zwitserland uitweek. Het autobiografisch getinte boek gaat over het leven van ene Harry Haller, die zichzelf symboliseert als een steppewolf om uiting te geven aan zijn innerlijke dualisme, de tegenstrijdigheden binnen zijn ziel, het menselijke versus het animale. Deze roman is gestructureerd rond de zogenaamde aantekeningen van Haller, en is voorzien van een lang fictief voorwoord van de zogenaamde uitgever en van een kort echt nawoord van Hesse zelf. De roman verbaast door zijn actualiteit. De vervreemding van de mens van zichzelf en zijn cultuur, de vlucht in het nihilisme, de drugs en de oosterse filosofieen verraden een vooruitziende blik. Een roman met een filosofische thematiek die door een goede structuur en een uitstekende toch een toegankelijk meesterwerk is. In de jaren zestig was het niet voor niets een cultboek onder jongeren, er werd zelfs een rockgroep naar het boek vernoemd.
-
Zoals bekend is Maarten á¾½t Hart afkomstig uit een streng gereformeerd milieu. In zijn literaire debuut Stenen voor een ransuil (1971) verzet 't Hart zich reeds, aldus criticus Georges Wildemeersch, 'tegen een onleefbare wereld waarin fanatisme en kortzichtigheid, wereldvreemdheid en geestelijke wreedheid hoogtij vieren'. Hij geeft een afstandelijk en precies geformuleerd verslag van de religieuze verminking die hem en vele van zijn generatiegenoten tot in lengte van dagen zal bepalen. Stenen voor een ransuil bestaat uit drie lange verhalen, waarbij we de hoofdpersoon leren kennen op verschillende momenten in zijn leven. Met dit debuut bewees Maarten 't Hart meteen een geboren schrijver te zijn.
-
Ik loop de hele dag rond met een schriftje en een pen', schrijft Eline Gumbert in haar onlangs verschenen boek Stemmenstorm; mijn leven met schizofrenie. 'Mijn eigengedachten en al die stemmen vloeien door mijn vingers uit over het papier. Pas als ik het heb opgeschreven heeft het recht van bestaan.' Op het moment dat vormgever en schrijver Eline Gumbert deze woorden noteert, is ze goed in de war en voor het eerst opgenomen in de Valeriuskliniek in Amsterdam. Het doel van de opname is onder meer uit te zoeken wat er precies met haar aan de hand is. In de vijf jaar die volgen wordt ze nog tweemaal opgenomen en al die tijd houdt ze haar schriftje bij de hand. Ze schrijft om haar greep op de werkelijkheid niet helemaal te verliezen en om haar vriend te laten weten wat er met haar gebeurt. Met wisselende regelmaat brengt ze verslag uit van het koor van stemmen in haar hoofd, het monster in haar buik, de angst die ‘traag als ijs’ door haar aderen stroomt, haar slapeloosheid, de talloze verblijven in de separeercel, haar leven in de kliniek en haar leven daarbuiten.