-
Asterix heeft miljoenen fans over de hele wereld en een nieuwe Asterix is dus een belangrijke gebeurtenis. 14 maart 2001 was het eindelijk weer zover, het 31ste stripalbum verscheen. 'Asterix en Latraviata' speelt zich, behalve in het bekende Gallische dorpje, af in de hoofdstad van Bretagne, Condatum (Rennes). Latraviata is een Romeinse treurspeelster die zich voordoet als de schone Gallische Walhalla (Obelix geliefde in 'Het eerste legioen') om zo het zwaard en de helm van generaal Pompejus, die hij in een dronken bui verkwanseld had, terug te krijgen. De pogingen van Latraviata om de beide Gallische heren het hoofd op hol te brengen en de pogingen van de moeders van Asterix en Obelix om hun zonen aan de vrouw te krijgen, vormen de hoofdmoot van dit album. Zoals gewoonlijk prachtig getekend en ingekleurd, maar verder is het maar een mager verhaaltje dat bij lange na niet het niveau van de oudere albums uit de tijd van Goscinny haalt. Vooral de oudere fans zullen teleurgesteld zijn, maar gelezen wordt het toch wel en de belangstelling zal even groot zijn als bij de andere albums. Er is een Asterix-startpagina De avonturen van Asterix de Galliër spelen zich af toen heel Gallië bezet was door de Romeinen. Heel Gallië? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers…
-
Albert Uderzo is geboren in Fismes op 25 april 1927. Al op de kleuterschool valt zijn tekentalent op. Zijn eerste roeping, het clownschap, legt het als snel af tegen zijn onbedwingbare drang tot tekenen. Zijn eerste oefeningen bestaan uit het natekenen van Walt Disney figuren. Herdruk van een deel uit een wereldwijd zeer gewaardeerde humoristische stripserie met scenario's van Rene Goscinny, waarin het verhaal alleen maar functioneert als kapstok om een aantal grappen aan op te hangen. De verhalen zijn daardoor steeds tamelijk eenvoudig en de uitslag staat van tevoren vast: Asterix en Obelix volbrengen een moeilijke opdracht en kunnen op de laatste bladzijde hun avontuur afsluiten met een gigantisch feestmaal. De brede waardering voor de 'Asterix-albums' wordt veroorzaakt door de verschillende lagen waaruit het verhaal en de grappen zijn opgebouwd. Ze zitten vaak als een soort dubbele bodem verborgen in allerlei situaties en nevenintriges, die met de verhalen als zodanig niet zoveel meer te maken hebben. Ook de karikaturale tekeningen bevatten dit soort zaken. Daardoor hebben de verhalen zowel de jongere als de oudere lezer iets te bieden.
-
In de Middeleeuwen was het leven keihard. Dat ondervindt Gabri«l als leerlingsteenhouwer aan den lijve. Als op zekere dag een groep mirakelspelers zijn kunsten komt vertonen, loopt hij weg en verstopt zich op een toneelwagen. Hij wordt door het gezelschap opgenomen, en omdat hij lang blond krulhaar heeft mag hij de rol van engel spelen. We volgen hem op zijn tournee door het Engeland van die dagen en zien, hoe van lieverlede zijn ogen open gaan voor het bedrog, waarmee de mirakelspelers, het toch al geteisterde volk, geld uit de zak kloppen. Een spannend verhaal tegen de achtergrond van die intrigerende tijd uit de geschiedenis waarin de strijd om het bestaan het leven beheerste. Vlot leesbaar, enkele drukfouten, duidelijke letter in een gekleurde omslag waarop een scène uit het verhaal.
-
Vertaald uit het Zweeds door Nini van der Berk Madde (een meisje van 13 jaar uit Zweden) en haar broertje hebben het nogal moeilijk als ze horen, dat hun ouders besloten hebben te gaan scheiden. Vooral Kerstmis, de zomervakantie en het feit dat je 'vast-vriendje' je in de steek laat kunnen dan pijnlijke situaties opleveren. Door gesprekken met Siv, vaders nieuwe vrouw en vooral met moeder krijgt Madde meer inzicht in de situatie. Sterk verhaal, waarin karaktertekening zeer knap is. Jammer dat het een ik-verhaal is; niet alle meisjes van 13 jaar en ouder zullen daarom naar dit boek grijpen. Mogelijkheid tot identificatie is echter aanwezig.
-
De engelse architect-planoloog Risebero beschrijft en tekent op zeer inzichtelijke en volledige wijze de geschiedenis van het westerse bouwen vanaf de Romeinen tot heden, vanaf "primitieve creativiteit tot onnatuurlijkheid en vervreemding". De diverse periodes worden per tijdseenheid behandeld. Niet alleen de belangrijkste bouwwerken en technieken komen hierbij aan bod, maar ook de "gewone" architectuur (onder andere woningbouw). Het valt toe te juichen dat de plaats van het bouwen binnen de toenmalige maatschappelijke omstandigheden wordt aangegeven en ook de ontwikkeling van de stedebouw (!). Bevat zeer vele handgetekende zwart-wit illustraties, een verklarende woordenlijst en een uitgebreid register.
-
Het Derde deel behandelt de Noordoostfriese gemeenten Oost-en Westdongeradeel. Schrijfster; wetenschappelijk medewerkster van de kunsthistorische afdeling v.d. Rijksdienst voor de Monumentenzorg houdt dezelfde beschrijvingsvolgorde aan als in deel I. Voor de inleidende hoofdstukken over de geschiedenis verwijst ze tevens naar deel I. De kunsthistorische beschrijving van de nu bijna geheel verdwenen states vulde D.J. van der Meer (evenals in het vorige deel) aan met de geschiedenis van de states en genealogische gegevens en funkties van hun bewoners. De vrij beknopte, leesbare tekst, die bij minutieuze bestudering wel enige kennis van de bouwkundige terminologie vereist, is voorzien van een uitvoerige literatuur- en bronvermelding en ruim 346 afbeeldingen.
-
Leo Humblet krijgt een telefoontje van een jonge vrouw, Francesca, die de dochter blijkt te zijn van zijn grote en enige liefde: Jozefien Fels. Twintig jaar lang heeft Humblet op een teken van leven gewacht en nu is het er, in de persoon van een vrolijk, doortastend meisje uit Sint-Petersburg. Het verzoek dat Francesca aan Leo Humblet richt, brengt hem tot een beslissing met verstrekkende gevolgen. Ad van Iterson voert de lezer naar Berlijn, Milaan en Amsterdam, maar bovenal naar het decor van zijn gepassioneerde jeugdliefde: de stille kunstenaarswijk in de schaduw van de omwalling van Maastricht. 'Francesca's moeder' is een spannende roman over de liefde, over de verleiding van de ongenaakbaarheid en over de eeuwige wederkeer, geschreven in een betoverende stijl, met humor, met mededogen, maar vooral indringend en onvergetelijk.
-
Thera Coppens (1947) is auteur van vele historische boeken waaronder Marie Cornélie. Dagboek van haar reis naar het hof van St. Petersburg’, Dageraad van Oranje Nassau en Hortense. De vergeten koningin van Holland. Ze schreef artikelen in onder meer NRC Handelsblad, Vitrine/het Museumtijdschrift en Nouveau. Deze geschiedenis van Kasteel Buren in de Betuwe en haar bewoners, de graven en gravinnen van Buren, begint in 1537, toen het kasteel door een Italiaanse architect grondig werd verbouwd in opdracht van graaf Floris. Zijn zoon Maximiliaan werd een steunpilaar van Karel V en wist zijn enig kind Anne in 1551 uit te huwelijken aan Prins Willem van Oranje. Hun nakomelingen behoren dan ook tot het Huis van Oranje-Nassau. Na ± 1650 was er van Oranje-zijde weinig belangstelling voor het kasteel, dat in 1795 door de Franse bezetters werd gesloopt. In dit boek, dat de auteur schreef in opdracht van de Stichting Oud Buren, legt zij de nadruk op de bewoners. Over hen en hun band met het kasteel en het stadje Buren schrijft zij levendig en informatief, maar minder geinspireerd dan in eerder werk. Het geheel is royaal en goed geillustreerd. De Latijnse en wetenschappelijke/historische termen worden niet verklaard.
-
Niet op voorraadFoto S. van Deventer [1888-1972 ] : P.A. de Korte Leende Deze bladen leg ik in de handen en het hart van mijn vrouw
-
Philip Jodidio heeft weer een prachtig boek afgeleverd in zijn reeks van hedendaagse architectuur uit diverse landen. Eerder verschenen al boeken over Engeland, Zwitserland en Japan. Het boek is drietalig, Engels, Frans en Nederlands, en gaat na een korte inleiding meteen over op de verschillende architectenbureaus. Er worden 14 architectenbureaus besproken met in totaal 26 projecten. Elk bureau wordt kort toegelicht en daarna volgen een of twee projecten van het bureau. Deze projecten worden ook kort besproken; er worden vele prachtige kleurenfoto's bij getoond. Door de wat summiere beschrijvingen blijft het boek wel echt een overzichtswerk; inhoudelijk worden de projecten niet besproken. Een mooi bladerboek over de hedendaagse Nederlandse architectuur.
-
Het tweede deel behandelt de Noordoostfriese gemeenten Oost-en Westdongeradeel. Schrijfster; wetenschappelijk medewerkster van de kunsthistorische afdeling v.d. Rijksdienst voor de Monumentenzorg houdt dezelfde beschrijvingsvolgorde aan als in deel I. Voor de inleidende hoofdstukken over de geschiedenis verwijst ze tevens naar deel I. De kunsthistorische beschrijving van de nu bijna geheel verdwenen states vulde D.J. van der Meer (evenals in het vorige deel) aan met de geschiedenis van de states en genealogische gegevens en funkties van hun bewoners. De vrij beknopte, leesbare tekst, die bij minutieuze bestudering wel enige kennis van de bouwkundige terminologie vereist, is voorzien van een uitvoerige literatuur- en bronvermelding en ruim 700 afbeeldingen.
-
Een huisje zonder kruisje, daar woont niemand zei een Limburger en ze hangen er nog steeds Deze uitgave bevat 28 bijdragen van diverse inhoud over Zuid-Limburg. De nadruk ligt op landschap in heden en verleden, geschiedenis en leven van de mensen. Vele illustraties: tekeningen en foto's, zwart-wit en kleur. Een derde van de bijdragen is van diverse auteurs, de rest van de samensteller Adriaan Buter. Indeling en opzet doen denken aan een populair kijkboek; vaak echter is er een kritische en dieper gravende benadering zij het soms persoonlijk gekleurd. Het boek bevat een korte Duitse samenvatting; een literatuuropgave en bronvermelding illustraties. Een aantrekkelijk boek.
-
Een boek samengesteld door stichting historie Peel-Maas-Niers gebied.Vol tekeningen van zo'n 200 jaar geleden door Jan de Beijer vastgelegd. De naar de natuur gemaakte tekeningen en de op zijn atelier herhaalde of voltooide prenten zijn bedoeld als ontwerp voor gravures voor de in de 18e eeuw zeer populaire topografische plaatwerken. Het boek is tegelijk verschenen met een duitse uitgave t.g.v. een tentoonstelling in Kleef. Na een korte inleiding over leven en werk van De Beijer volgt van elke tekening een topografische beschrijving met een aanduiding van de historische waarde van het afgebeelde onderwerp. Bij elke tekst enkele technische gegevens, literatuuropgave en huidige verblijfplaats. Na twaalf kleurreprodukties zijn alle werken zorgvuldig en duidelijk in zwart-wit afgebeeld. De tekeningen zelf zijn wisselend van kwaliteit maar zowel uit historisch als uit artistiek oogpunt interessant.