-
Dit boek van de Joodse geleerde David Flusser gaat over Jezus en het Jodendom van zijn tijd. Vanuit de toenmalige Joodse geschriften laat Flusser een nieuw licht vallen op veelal overbekende teksten. De persoon van Jezus krijgt daardoor gestalte als een onafhankelijk en diepzinnig leraar temidden van zijn tijdgenoten. De auteur besteedt voorts aandacht aan de Joodse oorsprong van het Christendom, dat als nieuwe godsdienst onder Jezus´ volgelingen ontstond. Tenslotte belicht hij ook de verschillen tussen beide godsdiensten en de oorzaken van de scheiding. De artikelen waaruit het boek is samengesteld zijn in overleg met de auteur gekozen. Ze richten zich tot ieder die de noodzaak onderkent van een herbezinning op de bronnen van het Christendom. Deze uitgave is tot stand gekomen i.s.m. de B. Folkertsma stichting voor Talmudica.
-
Benny groeit op in een wereld waarin de mens slechts een dag leeft en de liefdesdaad eenmalig is. De hemel, zo gelooft men, is het geluk van een ogenblik; de hel is de plaats van de herhaalbaarheid der dingen (zoals de wereld van de lezers). Benny en Gini plegen een moord op een blinde, om zodoende in de hel terecht te komen en hun liefdesdaad te kunnen herhalen. Maar Gini gaat naar de hemel! Benny ervaart in de hel de seksualiteit in allerlei vormen vele malen. Hij wordt in zijn wanhoop getroost door de blinde: hij heeft nog een heel leven voor zich. Dat dit fantasievolle concept de schrijver in staat stelt te filosoferen over leven en dood, is duidelijk. Maar dat vormt niet het sterkste aspect van deze roman. Sterker zijn ongetwijfeld het verteltalent van de schrijver en zijn levendig, rijk proza. Literair waardevol, boeiend, niet overal gemakkelijk.
-
Het ene moment kunnen ze lopen, het volgende kunnen ze praten: kinderen. En op een dag komen ze in de eerste kritische fase: de periode van het grote waarom. Iedere ochtend op weg naar school vragen de dochters van Martin Bril hun vader het hemd van het lijf. Waarom dit, waarom dat? En iedere ochtend is het reiger Harry die de meeste gesprekken op gang brengt. Of ze nu over de Spice Girls, het waarom van oorlog of het belang van gezonde voeding gaan. Al die vragen doen het wereldbeeld van de jonge vader wankelen. Een leuk voor tussendoor. Als je nog bezig met om je laatste boek af te sluiten. Voordat je weer een ander spannend boek gaat lezen. Dit boekje lees je erg snel uit. Tijdens het lezen kon ik geregeld mijn lach niet bedwingen! Absoluut een aanrader.
-
Het decor van de roman Twee koffers vol (1993) is joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfelschnitt, voert zij geestige gesprekken over de komst van de messias, terwijl haar vader zelf op zoek is naar koffers die hij lang geleden heeft begraven. 'Net als Tralievader is Twee koffers vol met argeloze trefzekerheid geschreven, met een feilloze intuïtie voor de verhouding tussen het kleine en het grote.' Carel Peters, Vrij Nederland, 24-4-1993. 'Het knapst is Friedman in het neerzetten van een handvol personages met een paar kleine observaties, een paar dialogen, een of twee zinnen over het verleden. (...) Kleurrijk, droevig, open en gesloten - het is het allemaal tegelijkertijd.' Doeschka Meijsing, Elsevier, 22-5-1993. Twee koffers vol werd in 1998 verfilmd door Jeroen Krabbé onder de titel Left Luggage.
-
In dit populair-wetenschappelijke boek (met de nadruk op populair) wordt 'opstelsgewijs' 2 miljoen jaar menselijke kultuur beschreven. Achtereenvolgens: de prehistorie, de grote beschavingen in chronologische volgorde tot op heden, resultaten van de menselijke geest en de geschiedenis in een notedop van alle landen ter wereld in alfabetische volgorde. De goede leesbaarheid en de schitterende illustrering kunnen niet verhullen dat de geesteswetenschappen er bekaaid afkomen: marxisme, socialisme e.d. komen in het register niet voor, in de tekst nauwelijks. De tekst is bijgewerkt tot 1977. Voor een eerste kennismaking echter heel geschikt.
-
Londen 1925. Martha Thompson, dochter van een Britse wetenschapper en een Nederlandse actrice, reist van Amsterdam naar Engeland om meer te weten te komen over de verdwijning van haar vader op de slagvelden van Passchendaele. Een officiële overlijdensakte heeft ze nooit gekregen. Levenstekens evenmin. Naarmate haar onderzoek vordert, raakt ze meer en meer verzeild in de kring van Bloomsbury-schrijvers en -kunstenaars als Virginia Woolf, T.S. Eliot, Vanessa Bell en Marlow Moss.Meer dan ze in sommige gevallen zou willen. Het grenzeloze optimisme van de jaren twintig maakt in de tien jaar die Tweeduister omvat, plaats voor de angst en wanhoop van de jaren dertig. De oorlogsdreiging ontwricht niet alleen de internationale politieke verhoudingen, maar tast ook de relaties van de kunstenaarskoppels aan. Martha, die zelf verstrikt raakt in enkele liefdesaffaires, maakt van dichtbij mee hoe Eliot zijn vrouw aan de kant zet om zijn religieuze obsessie na te kunnen jagen. Ze moet tegelijkertijd toezien hoe de relatie tussen Virginia en Leonard Woolf verschraalt door de manisch-depressieve aandoeningen van Virginia en de jaloezie van Leonard op het succes van zijn vrouw. In deze maalstroom van persoonlijke en politieke ontwikkelingen ontdekt Martha Thompson dat haar vader niet in de loopgraven van België is omgekomen.Tweeduister is een fascinerende en ontluisterende verbeelding van de jaren tussen de twee wereldoorlogen, waarin kunst wordt geconfronteerd met engagement, liefde met religie, geweld met pacifisme.
-
In dit boek het verslag van een meisje dat op haar 17e besluit tot vrijwillige opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Haar grootste problemen zijn anorexia, dwangmatig veel eten en daarna spanning afreageren door zichzelf afschuwelijk toe te takelen met scheermesjes. Dit boekje is een verademing in de egocentrische, zelfmedelijdende ziektegeschiedenissen die de laatste tijd uitgegeven worden. Het is niet alleen een geloofwaardig verhaal, het is ook zeer overtuigend simpel opgeschreven. Korte zinnen, geen vals sentiment. In kort bestek passeert het hele scala van gevoelens dat een tiener, half kind-half volwassene passeert. De eenzaamheid van de automutilant, het eeuwige calorieen tellen, de ruzies met de medebewoners, de liefde voor een groepsleidster, het twijfelen aan de sexuele identiteit en uiteindelijk het moeizame proces dat genezen heet. De schrijfster, geraffineerd en opgekunsteld tegelijk, maakt een zeer integere indruk. Ook voor jongeren vanaf ca. 15 jaar.