-
Afbeelding voorplaat : de beuk van Linnaeus in de Horrus Botanicus te Leiden 1972 [Foto Hans den Tonkelaar Schets van het leven van een groepje rechten studenten in Leiden in de jaren zeventig De schrijver van deze roman is rechter; hij put voor zijn verhaal veel gegevens uit het milieu van de rechtenstudenten van begin jaren zeventig van de universiteit van Leiden. Min of meer centraal staat de moeizame en raadselachtige vriendschap tussen twee eerstejaarsstudenten, die onduidelijk geinspireerd aan hun studie beginnen. Maar in feite legt de schrijver vooral de nadruk op de structurele en sociale kant van het universitaire leven: de specifieke rol van Leiden als universiteitsstad, het gezelligheidskarakter van het studentenleven met zijn talrijke feesten en bijna obligate borrels, het min of meer aristocratisch milieu, waaruit de studenten en hun ouders voortkomen. Opvallend frequent en uitvoerig en daarom vaak eentonig werkend zijn de gezellige gesprekjes die de studenten door het hele boek heen met elkaar voeren en die meer de hoedanigheid van een registratie hebben dan van een karakterisering en daarom een psychologische doorwerking ontberen. In dit kader past dan ook het bijzonder verschijnsel dat deze jonge Leienaars niet de kenmerken vertonen van de roerige studenten uit de jaren zestig.
-
De complete Nescio! In Verzameld proza en nagelaten werk is allereerst het door de schrijver zelf uitgegeven werk opgenomen: De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje en de bundels Mene Tekel en Boven het dal. Daarnaast bevat dit boek een zeer ruime keuze uit Nescio's literaire nalatenschap. Het zijn voor het merendeel schetsen, die dezelfde niet te omschrijven, maar onvervreemdbare Nescio-toon bezitten. Ze omspannen een periode van bijna zestig jaar, vanaf het epische verhaal 'De voetreiziger' van een zestienjarige beginnende schrijver tot diens 'Waarschuwing' uit 1956: 'Nescio bestaat niet meer, hij is nu een oud, half invalide mannetje, dat piekert over z'n stofwisseling. Vergelijk daar de Uitvreter eens mee.' Al dit nagelaten werk ging ongebruikt Nescio's bureaula in en kwam daaruit pas tevoorschijn, tot vreugde van de vele bewonderaars van zijn werk, toen in 1996 de monumentale tweedelige uitgave van zijn Verzameld werk verscheen. De editie kreeg juichende kritieken in de pers en vond een warm onthaal bij de lezers
-
Victor E. van Vriesland Geboren te: Haarlem, 27-10-1892 Gestorven te: Amsterdam, 29-10-1974 Volledige naam: Victor Emanuel van Vriesland Naamsvariant: Viktor E. van Vriesland Pseudoniemen: Mr. J.C. Bloem¹; Ernst van Daele; Jan Kempe; M.V. (met Marie Huguenin Dumittan); R. Wiessing-De Sterke. Dichter, prozaïst, essayist, criticus, toneelschrijver en bloemlezer. Een van de sleutelfiguren in de Nederlandse literatuur, c. 1930-1970. P.C. Hooftprijs 1960. ¹ Victor E. van Vriesland mocht, om de Duitse censuur te omzeilen, de naam van J.C. Bloem 'lenen' teneinde een vertaling van Belle van Zuylen uit te brengen (De geschiedenis van Caliste. Veen, 1942).
-
De bijna 1500 gedichten die in deze gedichtenbundel zijn bijeengebracht, zijn alle in het dialect van het dorp Hellendoorn in Overijssel geschreven. Ze zijn ontstaan in de jaren 1926-1953 en in die tijd voor het merendeel gepubliceerd in Twentsch zondagsblad-Dagblad van het oosten. De gedichten behandelen onderwerpen als: het dorp Hellendoorn en de omgeving; natuur; boerenleven; jaargetijden; actuele gebeurtenissen. Traditionele onderwerpen dus, maar op een zodanig eenvoudige, eerlijke, bescheiden en klankrijke wijze verwoord, dat de poetische kwaliteit exceptioneel is voor dialectliteratuur. De belangstelling voor de gedichten is eveneens exceptioneel. Een korte inleiding, een woordenlijst van 500 dialectwoorden en een spelling die niet alleen de dialectklanken getrouw weergeeft, maar ook goed leesbaar is, maken de bundel toegankelijker voor mensen die minder vertrouwd zijn met het lezen van dialect.
-
Heleen van Royen schrijft over vrouwen die keuzes maken, keuzes met vaak onvermoede gevolgen. Ze beschrijft een wereld waarin seks en lust niet zijn voorbehouden aan mannen, waarin baby's niet automatisch worden geleverd met roze wolk, en waarin het hebben van een gezin niet zaligmakend is – hoewel het zo zijn momenten heeft. Kruip in de huid van Lea, Diana en Julia en laat je verrassen door hun onnavolgbare avonturen.
-
In het boek van de maand juni 1982 praten twintig mensen over hun verzameling van o.a. schrijfmachines, antieke poppen, blikverpakkingen en poeziealbums. Zij vertellen hoe zij tot het verzamelen gekomen zijn en hoe hun kollektie eruit ziet en geven tips voor het aanleggen voor een verzameling. Daarnaast is er aandacht voor de ontwikkeling die het verzamelen doormaakte en voor literatuur op dit gebied; tevens is er een lijst van markten en veilingen. Het geheel is geillustreerd met een groot aantal kleurenfoto's. Naar uitgeversinformatie; daardoor kan het katalogusmateriaal onnauwkeurigheden bevatten.
-
Voor het voorplat is gebruik gemaak van een schilderij van Jan Goeting 1950 en voor de Achterplaat van een madaillon van A. Goudschaal 1914 Met 10 bladzijden zwart wit foto' Biografie van Victorine Hefting, van 1947 tot 1950 directrice van het Gemeentemuseum in Den Haag, en van 1950-1964 gehuwd met de uitgever Bert Bakker sr., werd in 1905 geboren als dochter van een Utrechtse huisarts. Biografie van Victorine Hefting(1905). Zij heeft o.a. door haar werk als directrice van het Haagse Gemeentemuseum, haar huwelijk met de uitgever Bert Bakker en haar vele artistieke en politieke contacten een belangrijke rol gespeeld in het culturele leven van Den Haag. Op zeer openhartige wijze met veel details wordt het levensverhaal verteld van haar vroegste jeugd, haar huwelijken, haar vriendschappen en de relaties en contacten op haar werk. In de meestal rondom een persoon gecomponeerde hoofdstukken ligt de nadruk op de waardering voor, of de kritiek op de persoonlijke eigenschappen van de mensen die haar leven beinvloed hebben. Over het werk van de kunstenaars wordt bij de schrijvers en dichters (bv. Nijhoff, Achterberg en Nagel) weinig, bij de beeldende kunstenaars (bv. Jan van Heel, Co Westerik, Willem Hussem en Kees Andrea) nagenoeg niets gezegd. Naast een onderkoeld verslag van een dramatische levensloop geeft het boek een persoonlijke visie op zo'n veertig jaar culturele geschiedenis van Den Haag.
-
De schrijfster Carry van Bruggen (1881 - 1932) werd geboren in Smilde als Carry de Haan. Zij was de zuster van Jacob Israël de Haan. Van Bruggen bracht haar jeugd door in de Zaanstreek. Haar vader was een streng joods-orthodoxe godsdienstleraar. Carry werd onderwijzeres in Amsterdam en trouwde in 1904 met de journalist Kees van Bruggen, redacteur en criticus van Het Volk en Algemeen Handelsblad, van wie ze, na een verblijf van een aantal jaren in Delhi en de geboorte van twee kinderen, uiteindelijk scheidde Vanaf haar debuut in 1907 (In de schaduw) publiceerde Van Bruggen verhalen en romans. In de Eerste Wereldoorlog werkte ze aan haar filosofische boek Prometheus, dat in 1919 verscheen. Aanvankelijk werd er nauwelijks op het boek gereageerd, maar het inspireerde Menno ter Braak tot het schrijven van zijn boek Carnaval der burgers. Ander non-fictiewerk is Uit het leven van een denkende vrouw (1920) en Hedendaags Fetisjisme (1925). In 1921 verscheen het sterk autobiografische Het huisje aan de sloot; in 1927 haar wellicht belangrijkste roman Eva, waarin de dood van haar broer Jacob Israël de Haan een rol speelt. Kort na de verschijning van deze roman belandde zij in een jarenlange depressie die eindigde in haar zelfmoord in 1932.
-
Deze druk is aangevuld met 40 blz. (te) beknopte informatie over de ontwikkelingen na 1975 en met een register. Van 1940 tot 1975 vormde Indo-China een strijdperk, waar pro-westerse regeringen en groepen tegenover linkse revolutionairen en communisten stonden. In 1975 trekken de V.S. zich uit Zuid-Vietnam terug en kwamen in Vietnam, Laos en Cambodja linkse regeringen aan de macht. Conflicten bleven echter: tussen Vietnam en Cambodja en Vietnam en China. De schrijver, hoogleraar in de moderne Aziatische geschiedenis in Amsterdam, geeft een duidelijk, feitelijk verslag van de geschiedenis sinds 1940. Hij gaat hierbij welbewust uit van een visie die de doelstellingen en standpunten van de bevrijdingsbeweging in Indo-China onderschrijft en zeer kritisch tegenover het westen staat. Over dit onderwerp bestaat geen soortgelijk boek in onze taal. Vervanging van eerdere drukken is noodzakelijk.
-
De muggen (1973) David Wijsman is een jood uit de diaspora, bedrijvig in de Antwerpse diamantnijverheid. Drie vrouwen beïnvloeden zijn leven: zijn onverschillige niet-joodse vrouw Nora, het meisje Greet en zijn moeder. Het gevaar (1960) Dit is de beklemmende geschiedenis van drie mannen die door radioactieve straling worden besmet. Het is een sombere, profetische allegorie van een nucleaire ramp en de nasleep ervan. De coladrinkers (1968) Een vrijmoedige roman over de problematiek van jongeren in de late jaren zestig. 'het is leerzaam te zien hoe men als begaafd auteur erotische scènes met de nodige vrijmoedigheid kan beschrijven zonder dat dit direct vulgair en ordinair wordt…' De Engelse les (1980) In deze meeslepende roman wordt indringend de vreemde relatie tussen een wat oudere vrouw en een jongeman beschreven. De jongen gaat nog naar school. De alleenstaande vrouw geeft avondles Engels. Zo komen ze met elkaar in aanraking. De weg naar de Ardennen (1988) Een man loopt bij een verkeersongeval zware verwondingen op. Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis heeft hij een zee van tijd om na te denken over zijn leven. Steeds meer blijven zijn gedachten echter hangen bij een vroegere geliefde. Hij besluit, als hij hersteld is, naar haar op zoek te gaan. Het wordt een reis vol verrassingen.