-
Gouden jaren' vertelt het verhaal van de ongekende naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. ‘In 1952 deelde ik een stofzuiger met mijn schoonmoeder.’ ‘In 1961 zond de televisie 24 uur uit – per week.’ ‘In 1965 moesten we naar de buren om te bellen.’ Gouden jaren vertelt het verhaal van de ongekende naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. De wekelijkse teil werd een dagelijkse douche, het papieren loonzakje een digitale bankrekening en de boterham met tevredenheid een broodje gezond. Vertrouwde beroepen verdwenen, nieuwe deden hun intrede. Wie had er in de jaren vijftig al gehoord van mondhygiëniste of activiteitenbegeleider? Gouden jaren staat vol met herkenbare anekdotes, scherpe observaties en schitterende foto’s. Het laat zien hoe compleet anders ons leven er een halve eeuw geleden uitzag en dat we rijker zijn geworden dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden.
-
Een slipje van de sluier is een kostelijke verzameling openbare uitglijders op het glibberige pad van de taal, verzameld en van verhelderend commentaar voorzien door het Genootschap Onze Taal. De meer dan 700 zogenoemde malapropismen in dit boek worden uitgeknipt of opgetekend door lezers van het maandblad Onze Taal. Dankzij hun oplettendheid figureren in dit boek eigenaardige verschijnselen zoals een man die vloeibaar Frans spreekt, een van verdriet wegkwijlende moeder, en een jongeman die voor iedereen in het vuur springt. Van elk malapropisme is achter in het boek de correcte uitdrukking vemeld. Zo is het lezen van EEN SLIPJE VAN DE SLUIER niet alleen een onderhoudende, maar ook een leerzame ervaring.
-
Wanneer bouwvakkers de resten van een lichaam aantreffen op het terrein van Le Grand Seminaire, midden in Montreal, wordt forensisch patholoog doctor Temperance Brennan opgeroepen. Tempe signaleert bij het onderzoek een aantal opmerkelijke overeenkomsten tussen de dode vrouw en een zestienjarig meisje op wie zij vorig jaar autopsie deed. Werden beide vrouwen het slachtoffer van dezelfde moordenaar?
-
Vrijzinnige gelovigen zijn gehecht aan de gedachte dat de waarde van het zoeken niet onder doet voor die van het vinden. In hun ogen is de vraag minstens zo belangrijk als het antwoord. Maar er zijn situaties waarin een antwoord moet worden geformuleerd. Al is het maar om een relativisme te doorbreken dat principieel twijfelt aan de zin van alle keuzes en overtuigin-gen. Of om de mening te weerleggen dat geloof onvermijdelijk tot fanatis-me en geweld leidt. De belijdenis die de remonstranten in 2006 onder woorden hebben gebracht, is hun poging om een antwoord te geven. In de lijn van een bijna vier eeuwen oude traditie van vrijheid en verdraagzaamheid spreken zij daarin allereerst het besef uit dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden, maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt. Deze bundel cirkelt rond de tekst van de nieuwe belijdenis. Hij bevat achtergrondinformatie bij de tekst en spiritueel commentaar bij verschillende onderdelen ervan. Bovendien schreven vier niet-remonstranten een persoonlijke reactie: Angela Berlis (hoogleraar van het Oud-Katholiek Seminarie), Frans Maas (hoogleraar katholieke spiritualiteit), Bas Plaisier (scriba van de Protestantse Kerk in Nederland) en Marjoleine de Vos (redac-teur van NRC-Handelsblad). Drs. Mijnke Bosman-Huizinga is algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap, prof. dr. Johan Goud is predikant in Den Haag en universitair werkzaam in Kampen en Utrecht en prof. dr. Marius van Leeuwen is hoog-leraar van het Remonstrants Seminarium te Leiden.