-
Leven er nog reuzenhaaien van 20 meter lang in de diepste dieptes van de oceanen of zijn ze echt uitgestorven. Die vraag wordt beantwoord als Jonas Taylor naar de meer dan tien kilometer diepe Marianentrog duikt. Een boek vol spanning en sensatie als de Meg (de reuzenhaai) opduikt in onze wereld en een niets of niemand ontziende vraatzucht laat zien. De achtergronddocumentatie is wel goed en het boek is makkelijk leesbaar. De hoofdpersonen reageren echter puur emotioneel, kinderlijk en dat komt het verhaal niet ten goede. De spanning is bovendien onecht. Kortom een matig geheel.
-
Arend Wijtman lijdt aan keelkanker. In afwachting van de operatie, waar zijn stembanden zullen worden verwijderd, reist hij af naar een eiland om er zich voor te bereiden op `een leven zonder stem’. Hij besluit uitsluitend nog schriftelijk te communiceren. Vlak nadat hij op het eiland is aangekomen blijkt dat er een elfjarig meisje wordt vermist. Wijtman raakt tijdens zijn verblijf steeds meer in een isolement en pleegt tenslotte zelfmoord. De rechercheur, die de zaak van het vermiste meisje onderzoekt , legt een verband tussen deze twee gegevens en gaat op zoek naar het notitieboekje dat Wijtman altijd bij zich droeg. De lezer weet hoe het spoor in werkelijkheid loopt. Boven deze tragische gebeurtenissen zweven de meeuwen, onaangedaan.
-
Otfried Preußler (Reichenberg, Tsjechoslowakije, 20 oktober 1923 – Prien am Chiemsee, 18 februari 2013) was een Duitse kinderboekenschrijver. Zijn bekendste boek in België en Nederland is Meester van de zwarte molen (oorspronkelijke titel: Krabat). Voor dit boek kreeg hij in 1973 de Zilveren Griffel. Otfried Preußler wordt op 20 oktober 1923 geboren in het dan Duitstalige Reichenberg in Bohemen (tegenwoordig Tsjechië). Na zijn eindexamen moet hij in 1942 dienen aan het oostfront, waar hij in 1944 door soldaten van het Rode Leger gevangen wordt genomen en als krijgsgevangene naar de Sovjet-Unie overgebracht. Hier leert hij de Russische volksverhalen goed kennen, die hij later verwerkt in zijn boeken. In juni 1949 komt hij vrij. Datzelfde jaar trouwt hij met Annelies Kind. Vanaf 1953 werkt hij als leraar op een school in Rosenheim. In 1970 geeft hij het leraarschap op om zich volledig aan het schrijven van kinder- en jeugdboeken te wijden
-
Mirjam Oldenhave schreef meer dan veertig boeken. Acht daarvan werden de afgelopen jaren getipt door de Nederlandse Kinderjury en drie kregen een Vlag en Wimpel van de Griffeljury. Haar bekende serie over Mees Kees werd maar liefst vijf keer verfilmd. Ze debuteerde voor volwassenen met de roman Alles goed en wel, Mees Kees is geweldig. Al is hij nog maar stagiair, toch heeft mees Kees al aardig door hoe hij les moet geven! Bij dictee tapt hij moppen en bij invuloefeningen speelt hij galgje. En een tekenfilm kijken is natuurlijk óók tekenles...Om nog beter te worden moet mees Kees voor zijn opleiding ook andere klassen lesgeven, één dag per week. En dus heeft de klas van Tobias voortaan een invaljuf op maandag. De kinderen vinden dat maar niets. Dictee zonder moppen, ja kunst, zo kunnen zij het ook! En als zelfs Tom de nieuwe rekenmethode van deze juf niet begrijpt, zijn ze helemaal teleurgesteld. Want Tom schreef altijd alle sommen op het bord, zodat de rest ze kon overschrijven. Dat was nou net zo handig! Als mees Kees jarig is, bedenkt de klas een geniaal plan om hem te verrassen. Intussen is Tobias verliefd, maar hij laat het meisje van zijn dromen niets merken, want mees Kees gaf hem een goed advies: wees nooit te gretig! De tien minuten gesprekken komen eraan en Tobias maakt zich zorgen. Hij weet dat zijn moeder echt niet van plan is naar school te komen... Gelukkig is mees Kees niet alleen een geweldige meester, maar is hij ook geweldig in ‘extra ondersteuning’.