-
Yvonne Keuls (1931) begon halverwege de jaren vijftig met het schrijven van korte schetsen over haar dochters en breidde dat al snel uit met toneelstukken, hoorspelen en literaire televisiebewerkingen. Ze vond haar grote publiek met sociaal-realistischeromans als Jan Rap en zn maat, De moeder van David S. en Het verrotte leven van Floortje Bloem. Veel van haar boeken werden bekroond en zijn uitgegroeid tot klassiekers van de Nederlandse literatuur. In 2012 ontving zij de Cultuurprijs van de stad Den Haag voor haar hele oeuvre en onlangs werd haar de Litteraire Witte Prijs 2018 toegekend.
-
In een Moskous park, anno 1876, pleegt een jonge student op een curieuze manier zelfmoord. Hij stapt op een knap meisje af en vraagt of hij haar op de wang mag kussen. 'Staat u mij toe op uw onschuldig aangezicht een nog onschuldiger, volmaakt broederlijke kus te drukken! Eén enkele kus, anders sla ik terstond de hand aan mezelf!' Als het meisje nee zegt, schiet hij zich door het hoofd. Erast Petrovitsj Fandorin werkt sinds kort als ambtenaar op een politiebureau. Hij krijgt de opdracht wat schrijfwerk te doen voor de zaak van de zelfmoordenaar. Routinewerk, zo lijkt het. Maar al snel bemachtigt Fandorin interessante informatie. De student blijkt zeer rijk: na de dood van zijn vader, een machtige industrieel, heeft hij het gehele vermogen geërfd. Waarom dan deze zelfmoord?
-
Een selectie uit de columns die de schrijfster in de periode 1985-1988 voor het NRC Handelsblad schreef, wordt in deze bundel voorafgegaan door een bewerking van een door haar gehouden lezing. Hierin gaat ze in op de ideeen en denkbeelden die ons tegenwoordig in grote getale omringen en die ons dwingen standpunten in te nemen en te verdedigen. Zelf bewaart ze enige afstand tot de onderwerpen die ze aanboort, en door haar nuchtere redeneertrant geeft ze de lezer een verfrissende kijk. Deze bundel biedt lezers die niet regelmatig haar columns lezen de gelegenheid op een plezierige manier met deze schrijfster kennis te maken.
-
Fair Game OorspronkelijkeTitel Een seriemoordenaar slaat toe in Chicago, zijn gedrag is onvoorspelbaar tot Jessie Drake, een vrouwelijk rechercheur, een patroon ontdekt. Zij mag dan ook werken met het team dat op deze zaak is gezet en zij wordt ten slotte ook zijn prooi, die maar net ontsnapt. De plot is eigenlijk tamelijk ingewikkeld, maar door een heldere stijl slaagt de auteur er toch in de lijnen duidelijk te houden. De persoonlijke problemen van Jessie Drake dragen bij aan de oplossing van de moordzaak en geven kleur en leven aan het verhaal. De gedachtenwereld van de moordenaar wordt door het hele boek heen weergegeven wat leidt tot verwondering, medelijden en afschuw. Al deze elementen resulteren in een spannend boek met een sympathieke vrouwelijke rechercheur die waarschijnlijk nog wel terugkomt. Omslag met zwart-witfoto van het onderlichaam van een vrouw op een bed
-
Bundelen van geschreven columns is vaak een hachelijke onderneming. Veel teksten blijken dan gedateerd te zijn, en/of minder de moeite waard dan ze aanvankelijk schenen. Dat geldt zeker niet van de nu verschenen selectie van wat Van Lennep tussen 1983 en 1986 wekelijks in de Haagse Post schreef. Veel van wat anno nu mis kan gaan - en ook daadwerkelijk mis gaat - bij de omgang met elkaar, heeft de auteur aan de kaak gesteld. En zijn ideeen over fatsoen blijken nog niet aan actualiteit te hebben ingeboet. Wat Van Lennep toen vond, is nu veelal nog even geldig. En dat hij helder en sober, meestal geestig en soms enigermate vilein schrijft, maakt het herlezen tot een dubbel plezier.