-
75 jaar Slag om Arnhem Slechts weinigen weten dat direct na de mislukte Slag om Arnhem, in de late septemberdagen van 1944, de grootste exodus uit de Nederlandse geschiedenis plaatsvond. Op last van de Duitse bezetter werden zo'n 95.000 mensen de stad uit gejaagd, terwijl in de weken die volgden nog eens ruim 50.000 evacuees uit de Betuwe en elders langs de Rijn hun huizen moesten verlaten. Arnhem werd een spookstad voor maanden. De lege huizen werden geplunderd; grote delen van de stad werden verwoest of in brand gestoken.
-
Wolkewietje is zo licht als een veertje en onzichtbaar voor de mensen. Hij woont op de Wolkenwei, maar haalt daar zoveel kattekwaad uit dat hij voor straf naar de aarde moet. Langs een dikke, zilveren manestraal laat hij zich naar beneden glijden. Hij gaat bij kabouter Kaboekeleboe en zijn drie broers in een oude beukeboom wonen. Omdat het bij de kabouters te vol wordt, verhuist Wolkewietje naar de tuin van dokter Vrolijk. Daar ontmoet hij Herder de hond, en Witsok de kat, en ook de vier kinderen van de dokter. Wolkewietje doet allerlei dingen waar niemand iets van begrijpt. Vaak helpt hij de mensen en dieren, maar soms doet hij iets dat hij beter had kunnen laten. Zoals die keer dat hij met dokter Vrolijks zaag speelde, of de neus van twee mannen rood verfde! Pauline, de dochter van dokter Vrolijk, kan op haar verjaardag Wolkewietje voor het eerst zien. Of is het een droom? Lees zelf maar!
-
Simon Johannes Carmiggelt (Den Haag, 7 oktober 1913 – Amsterdam, 30 november 1987) was een Nederlandse journalist, schrijver en dichter. Onder het pseudoniem Kronkel publiceerde hij bijna veertig jaar vrijwel dagelijks een cursiefje in dagblad Het Parool, waarvan de selectie in jaarlijkse bundels en zijn voordracht voor de televisie hem een grote populariteit opleverden. Cabaretteksten schreef hij voor onder meer Wim Kan en Wim Sonneveld, waaronder Sonnevelds conférences 'Croquetten' en 'De jongens'. In 1961 werd Carmiggelt de Constantijn Huygens-prijs toegekend en in 1977 de P.C. Hooft-prijs voor het jaar 1974. Carmiggelt leerde zich in zijn geboortestad Den Haag het journalistenvak aan. Eind 1931 werd hij aangenomen bij de Haagse editie van Het Volk. Naast toneelrecensies en verslagen van kleine rechtszaken, schreef hij vanaf 1936 ook de rubriek Kleinigheden, de voorloper van de Kronkels. Hij versloeg de bijeenkomsten van de NSB, omdat de krant de ware aard ervan wilde tonen. Op 6 september 1939 trouwde hij met Tiny de Goey, zwanger van dochter Marianne. In 1940, vlak voor het uitbreken van de oorlog, verscheen zijn eerste boek, Vijftig dwaasheden, een selectie uit Kleinigheden. Vanaf juli 1940 bepaalde de bezetter de koers van de krant en namen Carmiggelt en zijn broer Jan ontslag. Nog hetzelfde jaar werd hij persagent van het Residentie Tooneel. In juli 1941 accepteerde hij zijn ontslag als enige medewerker die weigerde de niet-Joodverklaring te tekenen.
-
Als kort na elkaar twee zakenmannen op identieke wijze worden vermoord, denkt de politie met een seriemoordenaar te maken te hebben. Om te voorkomen dat er een derde slachtoffer valt, zoekt rechercheur Paul Hjelm met de leden van een speciaal team naar verbanden tussen de twee doden. Maar de moordenaar is hun voor, en slaat weer toe. Er zijn sporen naar besturen van bedrijven, de Russische maffia, jonge prostitués en een zeilclub. Weken later valt er een vierde slachtoffer te betreuren. En de halsoverkop gevluchte dader laat een spoor achter: een opname van Misterioso van Thelonious Monk
-
Een avond waar de jeugd zo naar uitkijkt als de zaterdagavond. Gabbers, xtc, hakken, housen, snuiven, seksen, kinky-party's- de fantasie van iedereen die niet jong meer is weet er wel raad mee. De Vlaamse journalist Jan Haerynck trok een tijd lang op met een aantal jongeren in Nederland en Vlaanderen om te peilen hoe zij hun zaterdagavond doorbrengen.