-
Kippenvel kreeg ik er van , zo indrukwekkend [Annejet van de Zijl ] Omslagontwerp Roald Triebels te Amsterdam Jan Brokken (1949) groeide op als domineeszoon in het dorp Rhoon, het decor van zijn romans De provincie en Mijn kleine waanzin. Hij studeerde politieke wetenschappen in Bordeaux, werkte voor dagblad Trouw en weekblad Haagse Post en behoorde tot de spraakmakendste journalisten van zijn generatie. Sinds 1986 schrijft hij alleen nog boeken. De vijfentwintig titels die Brokken inmiddels op zijn naam heeft staan, hebben nog niets aan kracht en zeggenschap ingeboet. Ook internationaal verwierf Jan Brokken faam met zijn reisverhalen De regenvogel, Jungle Rudy en Baltische zielen en met zijn romans De blinde passagiers, De droevige kampioen en In het huis van de dichter. Zijn werk is in elf talen vertaald.
-
Opnieuw drie spannende politieromans in een band Baantjer Omnibus nummer 6 Appie Baantjer, een van ’s lands meest geliefde schrijvers, heeft De Cock onsterfelijk gemaakt. De succesvolle ‘De Cock’-reeks wordt voortgezet metnieuwe delen geschreven naar de scenario’s van de tv-serieBaantjer. A.C. Baantjer, de in 2010 overleden meester zelf,was altijd een groot fan van de tv-serie.
-
Opnieuw drie spannende politieromans in een band Baantjer Omnibus nummer 6 Appie Baantjer, een van ’s lands meest geliefde schrijvers, heeft De Cock onsterfelijk gemaakt. De succesvolle ‘De Cock’-reeks wordt voortgezet metnieuwe delen geschreven naar de scenario’s van de tv-serieBaantjer. A.C. Baantjer, de in 2010 overleden meester zelf,was altijd een groot fan van de tv-serie.
-
Niet op voorraadDe trilogie vertelt over de heroische strijd van een stel Nederlanders op Nieuw-Guinea tijdens de Japanse bezetting. De leider van de groep was bestuursambtenaar dr. J.V. de Bruyn, die vanwege zijn heldendaden 'Jungle Pimpernel' werd genoemd. Het feit dat De Bruyn de Papoea's wist te betrekken in het verzet was een buitengewone prestatie, die alleen mogelijk was door een volledige acceptatie van elkaar. Het verhaal, dat Anthony van Kampen in 1948 navertelde, is naast een avonturenroman tegelijk een ode aan Papoea's die nog in het stenen tijdperk leven. Van Kampen schrijft met gepaste eerbied over de geleverde prestaties door zijn vriend De Bruyn en diens mannen. De toon is gedragen en gezwollen, maar voor wie van het genre van die tijd houdt, best te verteren. Jammer dat het boek in een hele kleine letter is gezet, dat bevordert de leesbaarheid niet voor ouderen, die met name geinteresseerd zullen zijn in het (her)lezen van deze dikke trilogie.