-
Als je na al die eeuwen christendom vraagt waar het om begonnen was, dan is het antwoord volgen Kuitert: om de mens. En dus niet om God. Mensen waren er immers al voor god er was; god en goden zijn producten van menselijke verbeelding, die ons als erfenis van vorige generaties zijn overgeleverd. Kuiterts visie op de mens bevrijdt ons van een enorme santenkraam van voorstellingen die uiteraard best mogen en hun diensten kunnen bewijzen voor als je in nood zit. Maar de genante vertoningen die mensen met god uithalen kunnen als het moet opzij, ze zijn niet waar het in de religie omdraait.
-
Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde. In zijn verdere leven zette hij zijn verdriet om in stille schilderkunst. Stefan Hertmans’ jarenlange fascinatie voor zijn grootvaders leven bracht hem uiteindelijk tot het schrijven van deze aangrijpende roman. ‘De verste herinnering die ik aan mijn grootvader heb, is die aan het strand van Oostende.’
-
Leven is denkbeelden verzamelen. Samen vormen ze onze visie op de wereld en onszelf. Op den duur zit ons hoofd er vol mee. We lijken op een huis waarin iemand lang heeft gewoond, zodat het vol staat met dingen die hij wil bewaren, althans niet weggooien. Schiften zou het beste zijn. Maar hoe doe je dat? Soms gaat het vanzelf. De werkelijkheid komt ons te hulp met haar eigen inbreng. Andere godsdiensten een plaats toekennen - het was niet in ons opgekomen als ze niet zelf op het toneel waren verschenen. Schiften is een waagstuk: de stap maken van niet durven weggooien naar niet langer bewaren. In dit boek voltrekt Harry Kuitert zo'n schifting op het terrein van het christelijk geloof. Het verschijnt ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Hij pretendeert niet dat een mens als hij ouder wordt ook helderziende wordt; wel komt hij in de positie dat hij beter kan onderscheiden tussen wat ertoe doet en wat niet. Dr. Harry Kuitert was van 1967 tot 1989 hoogleraar theologie. Hij publiceerde op het terrein van de medisch-ethische problemen (filosofie van het medisch handelen, euthanasie, suïcide) en was jaren lang lid van de Gezondheidsraad.
-
Vrijzinnige gelovigen zijn gehecht aan de gedachte dat de waarde van het zoeken niet onder doet voor die van het vinden. In hun ogen is de vraag minstens zo belangrijk als het antwoord. Maar er zijn situaties waarin een antwoord moet worden geformuleerd. Al is het maar om een relativisme te doorbreken dat principieel twijfelt aan de zin van alle keuzes en overtuigin-gen. Of om de mening te weerleggen dat geloof onvermijdelijk tot fanatis-me en geweld leidt. De belijdenis die de remonstranten in 2006 onder woorden hebben gebracht, is hun poging om een antwoord te geven. In de lijn van een bijna vier eeuwen oude traditie van vrijheid en verdraagzaamheid spreken zij daarin allereerst het besef uit dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden, maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt. Deze bundel cirkelt rond de tekst van de nieuwe belijdenis. Hij bevat achtergrondinformatie bij de tekst en spiritueel commentaar bij verschillende onderdelen ervan. Bovendien schreven vier niet-remonstranten een persoonlijke reactie: Angela Berlis (hoogleraar van het Oud-Katholiek Seminarie), Frans Maas (hoogleraar katholieke spiritualiteit), Bas Plaisier (scriba van de Protestantse Kerk in Nederland) en Marjoleine de Vos (redac-teur van NRC-Handelsblad). Drs. Mijnke Bosman-Huizinga is algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap, prof. dr. Johan Goud is predikant in Den Haag en universitair werkzaam in Kampen en Utrecht en prof. dr. Marius van Leeuwen is hoog-leraar van het Remonstrants Seminarium te Leiden.
-
Wanneer bouwvakkers de resten van een lichaam aantreffen op het terrein van Le Grand Seminaire, midden in Montreal, wordt forensisch patholoog doctor Temperance Brennan opgeroepen. Tempe signaleert bij het onderzoek een aantal opmerkelijke overeenkomsten tussen de dode vrouw en een zestienjarig meisje op wie zij vorig jaar autopsie deed. Werden beide vrouwen het slachtoffer van dezelfde moordenaar?
-
Een slipje van de sluier is een kostelijke verzameling openbare uitglijders op het glibberige pad van de taal, verzameld en van verhelderend commentaar voorzien door het Genootschap Onze Taal. De meer dan 700 zogenoemde malapropismen in dit boek worden uitgeknipt of opgetekend door lezers van het maandblad Onze Taal. Dankzij hun oplettendheid figureren in dit boek eigenaardige verschijnselen zoals een man die vloeibaar Frans spreekt, een van verdriet wegkwijlende moeder, en een jongeman die voor iedereen in het vuur springt. Van elk malapropisme is achter in het boek de correcte uitdrukking vemeld. Zo is het lezen van EEN SLIPJE VAN DE SLUIER niet alleen een onderhoudende, maar ook een leerzame ervaring.