• Oog in oog. Missy Charms geniet van het rustige en anonieme leven op Mirabelle Island. Hier weet niemand dat ze in werkelijkheid de dochter van een rijke senator is en dat haar echtgenoot Jonas om het leven kwam juist op het moment dat ze besloot van hem te scheiden. Onder dat deel van haar leven denkt ze een dikke streep te hebben gezet, totdat ze op een avond een gewonde man op haar stoep aantreft. Één blik op hem is voldoende om de grond onder haar voeten te doen wegslaan. Die mond, die lippen, die dichte donkere wimpers - er is geen twijfel mogelijk, het is Jonas! Een zwaargewonde Jonas, die ze onmogelijk aan zijn lot kan overlatenÂ…Een tere snaar. Als Rachel, bibliothecaresse op een campus, oog in oog komt te staan met Devin Freedman, een wereldberoemde rockster, heeft ze geen flauw idee wie ze voor zich heeft. Maar dat komt ze algauw te weten, en ook dat hij bevriend is met Max, de jongen van wie ze nog maar net heeft ontdekt dat hij haar zoon is. Het kind dat ze zeventien jaar geleden voor adoptie heeft afgestaan. Onmiddellijk slaat de paniek toe: zal deze Devin, met zijn beruchte verleden van seks, drugs en rock 'n roll, geen slechte invloed hebben op een gevoelige tiener als Mark? Om een vinger aan de pols te houden besluit ze op Devins geflirt in te gaan, maar dan gebeurt er iets wat ze nooit had verwacht
  • Oog in oog met negers, Indianen, blanken, alligators, kardinaalvogels, woestijnen, rivieren, mensen achter tralies, San Francisco, New York, Pittsburgh, smeltend metaal, sidderende aarde, geisers, beren, veeboeren, Texas en het diepe Zuiden "Oog in oog" is een selectie uit reportages die Inez van Dullemen maakte tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten, van 1966 tot 1970. M.a.w. dit is een bundel reisverhalen van binnen uit. Ze beschrijft San Quentin, de Californische gevangenis; stedenals Pittsburgh en New York, de levenswijze van Indianen, verslaafden, de Black Muslims, de lege plantages in het Diepe Zuiden. Steeds weet ze het algemene, herkenbare te beschrijven, met een oog voor het detail, het bijzondere, dat wat haar opvalt. Vaak wordt dat verwoord in gevoelens van deemoed over alles wat verloren is gegaan, in de teleurstelling over vooruitgang en materialisme, omdat die niet leidden tot betere intermenselijke verhoudingen. Ze schrijft op een aandachtige, sensitieve manier over mensen, dieren, landschappen en steden, en over de betrekkingen die daartussen bestaan. Dit doordringende en heel persoonlijke waarnemingsvermogen levert tijdloze beschrijvingen op van Amerika.
  • Sudden Prey Oorspronkelijke Titel Lucas Davenport is een ongewone politieman, niet alleen vanwege zijn extravagante, luxueuze levensstijl, maar vooral vanwege zijn onconventionele, nietsontziende manier van werken. Dick LaChaise heeft pas vier van de negen jaar gevangenisstraf uitgezeten als hij weet te ontsnappen tijdens de begrafenis van zijn vrouw en zijn zusje. Beiden zijn omgekomen tijdens een bankoverval; ze zijn op de vlucht doodgeschoten door het arrestatieteam van Lucas Davenport... LaChaise en zijn maten Butter en Martin zijn wat je noemt white trash: uitschot zonder werk, zonder geld, zonder geweten. LaChaise heeft maar één missie: de dood van zijn vrouw en zijn zusje wreken. Hij trekt ten strijde tegen het hele politieapparaat en in het bijzonder tegen het team van Lucas Davenport. Zijn motto: oog om oog, tand om tand. Maar LaChaise en zijn maten krijgen medewerking uit een voor Davenport onverwachte hoek. Dan breekt de hel los: Davenport en de zijnen openen de jacht op de drie volledig doorgedraaide misdadigers.
  • Dit boek gaat over een paar papyrusfragmenten met stukjes tekst uit het evangelie naar Matteüs, die in Egypte zijn gevonden en in 1901 naar Magdalen College in Oxford werden overgebracht. Daaraan ontlenen ze hun naam: de Magdalen-papyrus. Tot voor kort werden ze aan het einde van de tweede eeuw gedateerd, maar volgens de eerste auteur Carsten Peter Thiede klopt die datering niet. Op grond van de schriftvorm meent hij dat de tekstfragmenten uit omstreeks het midden van de eerste eeuw stammen en dus de resten zijn van het oudste nieuwtestamentische handschrift dat ooit is teruggevonden. In dit boek wordt een en ander uitvoerig uit de doeken gedaan, waarbij vele zijpaden worden betreden. Feit blijft wel dat Thiede de meeste van zijn collega's niet van zijn gelijk heeft kunnen overtuigen. De ronkende aanbevelingen op de omslag kunnen niet verhullen dat de waarde van dit boek beperkt is: zolang deskundigen op het gebied van Griekse papyri deze vroege datering afwijzen, blijft dit boek een slag in de lucht, ook al bevat het vele interessante wetenswaardigheden.
  • Boudewijn van Houten (1939) heeft wat met de Tweede Wereldoorlog, waarschijnlijk ligt de sleutel voor zijn obsessie in zijn roman 'Fout' waarin hij het collaborerende oorlogsverleden van zijn vader portretteert. Hoewel de uitgever het niet vermeldt, is 'Ooggetuigen '40-'45' al in 1981 voor het eerst verschenen. Dat wreekt zich een enkele keer, bijv. als Franz Jozef Strauss nog tot de levenden wordt gerekend. Dat neemt echter niet weg dat het een onthutsend interessant boek is. Van Houten heeft zo'n 150 zeer leesbare egodocumenten over de oorlog bij elkaar gebracht. Daarbij zijn onder meer teksten van Hitler, Goebbels en Hess, maar ook van Jef Last, W.F. Hermans en Louis Ferdinand Celine.
  • Drie volksjongens in Istanbul vangen zangvogeltjes om ze te vorkopen aan vrome moskeebezoekers. Volgens een eeuwenoude traditie heeft iedereen die een vogeltje koopt en vrijlaat een voorspreker bij de hemelpoort. Met de volle kooien staan de straatjongens op de pleinen van Istanbul en bij de moskeeën maar ze verkopen bijna niets en blijven met een enorm aantal vogels zitten. Teleurgesteld en vernederd keren ze terug naar huis met knorrende magen en nog steeds blut. Het Istanbul van Yasar Kemal is een kleurrijke, bruisende wereld waarin de eeuwenoude traditie plaats moet maken voor de moderne tijd.
  • Deze verhaaltjes zijn door een predikant geschreven met het doel in het kind goede en edele gevoelens op te wekken en te bevorderen
  • Als je met Oom Willibrord mee mag naar de kermis of het circus, weet je zeker dat er iets geks gaat gebeuren. Iets wat niemand verwacht en dat je de volgende dag op school kan vertellen om iedereen aan het lachen te maken. Oom Willibrord is nooit bang. Zeker niet voor dieren, hij begrijpt ze en de dieren begrijpen Oom Willibrord. Je had die leeuwen eens moeten zien toen Oom opeens op zijn hoofd ging staan, midden in de leeuwenkooi... Ja, Oom Willibrord is de leukste oom van de hele wereld! Jan Cornelis Terlouw is een Nederlandse fysicus, schrijver en voormalig politicus voor Democraten 66 Jan Terlouw is geboren op 15 november 1931 te Amsterdam. Hij debuteerde in 1970 als kinderboekenschrijver met Pjotr en Oom Willibrord. Naast zijn carrière als jeugdboekenschrijver was hij actief in de politiek. Hij was onder meer fractievoorzitter van D66, Minister van Economische Zaken, Commissaris der Koningin in Gelderland en senator van de Eerste Kamer. (D66). Jan Terlouw is gaan schrijven door zijn vrouw. Hij vertelde eerder altijd zelf-verzonnen verhalen aan zijn kinderen. Zijn vrouw Alexandra van Hulst kwam op het idee om ze te gaan publiceren. Zijn eerste boek was Pjotr in 1970. Voor Koning van Katoren ontving hij een Gouden Griffel.
  • Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde. In zijn verdere leven zette hij zijn verdriet om in stille schilderkunst. Stefan Hertmans’ jarenlange fascinatie voor zijn grootvaders leven bracht hem uiteindelijk tot het schrijven van deze aangrijpende roman. ‘De verste herinnering die ik aan mijn grootvader heb, is die aan het strand van Oostende.’
Ga naar de bovenkant