Benny groeit op in een wereld waarin de mens slechts een dag leeft en de liefdesdaad eenmalig is. De hemel, zo gelooft men, is het geluk van een ogenblik; de hel is de plaats van de herhaalbaarheid der dingen (zoals de wereld van de lezers). Benny en Gini plegen een moord op een blinde, om zodoende in de hel terecht te komen en hun liefdesdaad te kunnen herhalen. Maar Gini gaat naar de hemel! Benny ervaart in de hel de seksualiteit in allerlei vormen vele malen. Hij wordt in zijn wanhoop getroost door de blinde: hij heeft nog een heel leven voor zich. Dat dit fantasievolle concept de schrijver in staat stelt te filosoferen over leven en dood, is duidelijk. Maar dat vormt niet het sterkste aspect van deze roman. Sterker zijn ongetwijfeld het verteltalent van de schrijver en zijn levendig, rijk proza. Literair waardevol, boeiend, niet overal gemakkelijk.