• Foto omslag Anthony Ladd - iStockphoto Auteurs informatie Henk Langenhuijsen Elle van den Bogaart (Nuland, 6 april 1959) is een Nederlandse kinderboekenschrijfster. Van den Bogaart won in 2005 de debutantenprijs van de jonge jury voor haar eerste boek De gele scooter[1]. Daarnaast stond zij ook op de lijst voor de kerntitels van de jonge jury voor haar boeken Prooi, No deal en Verdoofd Ilias, Kim, Suzie en Stephan: vier jongeren die door criminaliteit, vandalisme of incest in serieuze moeilijkheden zijn gekomen. Willen ze nog iets van hun leven maken of kiezen ze voor een uitzichtloze toekomst waarin hun problemen zich opstapelen? Hun laatste alternatief is een zorgboerderij in Zuid-Frankrijk, waar strenge regels gelden, keihard gewerkt moet worden, geen luxe aanwezig is en directe levensbehoeften het dagelijks leven bepalen. De confrontatie met elkaar en vooral ook met zichzelf is erg groot, evenals de verleiding om te ontsnappen aan de strenge hand van de begeleiders
  • Abessijnse Kronieken Bat Katanga keert, na in Cambridge ter bestrijding van zijn impulsiviteit wiskunde en economie te hebben gestudeerd, terug naar zijn vaderland Oeganda. In een helikopter heeft hij zijn eerste en enige sollicitatiegesprek met generaal Samson Bazooka, minister van Energie en Communicatie onder het regime van Idi Amin. Bazooka heeft hem nodig om orde op zaken te stellen in het ministerie. Maar deze selfmade man die intellectuelen wantrouwt, zet zijn voormalig liefje Victoria op Bat om hem in de gaten te houden.
  • Foto achterzijde omslag Gerhard Streidl Wereld beroemd met zijn Danziger trilogie De blikken trommel en Kat en muis en hondenjaren
  • Snel en goed dat is wat de Olde Jan doet
    • Verzending dag nabetaling.
    • Een acceptabel bod is ook welkom
    • Het winkeltje waar de gegevens niet Doorgespeeld worden
    Speciale uitgave ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van Opzij Het is bestemd voor de abonnees van Opzij en niet in de handel verkrijgbaar
  • Renate Rubinstein (1929-1990) was de Koningin van de Column. Onder het pseudoniem Tamar publiceerde zij jarenlang in Vrij nederland. Haar zogenoemde themaboeken Niets te verliezen en toch bang, over echtscheiding, Liefst verliefd, Nee heb je, over ziek-zijn, en Mijn beter ik, over haar relatie met Simon Carmiggelt, zijn klassieke egodocumenten in de Nederlandse literatuur. Voor Niets te verliezen en toch bang ontving zij de Multatuliprijs 1979. Hans Goedkoop bezorgde postuum Over Israël, een keuze uit de stukken over Israël en het jodendom, Twijfel trainen, een keuze uit de Israëlische dagboeken waarin Rubinstein de basis legt voor haar schrijverschap, en Iedereen was er, over Rubinstein en haar vriendenkring die haar vijftigste verjaardag met haar vierde.Gebruikers Sporen en Geel verkleuring minder mooi exemplaar Druk Alberts B.v. te Sittard Foto achter zijde van het omslag Steye Raviez
  • Een jong gezin is op weg naar een vakantiebestemming. Door autopech stranden ze bij een verlaten huis aan het water. Afgesneden van de werkelijkheid woont daar een wonderlijk gezelschap: een oude dame met haar zoon, de twee identieke zusjes Ebba en Biba, een zwak - begaafd kind en een klusjesman.
  • Incendio is het thrillergeschenk van de Maand van het Spannende Boek 2014. Je ontvangt Incendio in de maand juni gratis, zolang de voorraad strekt, bij besteding van minimaal € 12,50 aan Nederlandstalige thrillers en romans (ook ebooks). Geldt niet voor tweedehands boeken en boeken van externe verkopers. Zolang de voorraad strekt. Het geschenk wordt automatisch meegezonden. Let op! Voeg bij ebooks het geschenk zelf toe aan je winkelwagen. Violiste Julia keert terug uit Italië waar ze een bijzonder muziekstuk in een antiquariaat heeft gevonden. Op het moment dat ze voor het eerst de noten speelt, lijkt ze de grip op de muziek te verliezen. Als ze ontwaakt uit wat een trance lijkt, ziet ze haar dochtertje, besmeurd met bloed. Hun oude kat ligt dood op het terras. Julia legt niet direct de link tussen de gewelddadige aanval van haar dochtertje en het muziekstuk, maar als het kort daarna nog een keer gebeurt, is ze overtuigd van de kwade krachten van het stuk. Ondanks dat haar familie en haar gezin haar niet steunen, gaat ze op zoek naar de oorsprong van het muziekstuk. In Venetië komt ze op het spoor van de componist. Een tragische geschiedenis ontvouwt zich.
  • Toen ze vijf jaar was werd Liliane Stijnen in een gesticht voor achterlijke kinderen gestopt, want ze was ongewenst. Daar werd ze lastig en opstandig van. Toen ze twaalf was, werd ze naar een psychiatrische inrichting voor volwassen vrouwen verplaatst, hoewel ze geestelijk gezond was. Onder het strenge nonnenregime werd haar hele leven een aaneenschakeling van vernederingen, psychische martelingen, angst en onnoemelijk veel verdriet. Vijftig jaar lang was ze niemand, mocht ze niemand zijn en zo werd ze het personage Rosalie Niemand in een roman van Elisabeth Marain. Rosalie Niemand vertelde haar verhaal aan Elisabeth Marain die diep onder de indruk was: ‘Zo stond ze daar voor me, al vier jaar vrij, niet omdat ze “genezen” was verklaard, maar omdat de subsidies voor gesloten instellingen verlaagd werden. Ze stond daar en ik keek naar haar en besefte hoe zij zich ondanks alles op een uitzonderlijke wijze had opgericht en voor het eerst echt begon te leven op een leeftijd dat de meesten onder ons het voor bekeken houden. Ik zag haar kracht en onverwoestbaarheid en besloot over haar te schrijven.’
  • Rita Verschuur (Amsterdam, 1935) vertaalde o.a. het werk van Astrid Lindgren en Strindberg. In 1977 publiceerde zemet haar dochter, de tekenaresMarit TörnquistWie is hier eigenlijk de baas.Zij schreef kinderboeken en begon voor kinderen haar jeugdherinneringen op te schrijven, wat veelgeprezen titels opleverde als Hoe moet dat nu met die papillotten?, Vreemd land (bekroond met de Nienke van Hichtumprijs) en Jubeltenen (bekroond met de Gouden Uil). Het is stil in de klas. Iedereen heeft een leeg vel papier voor zich liggen. Over een uur moet er een tekening op staan. En niet zo maar een tekening, nee, een wedstrijdtekening. Rita is elfjaar. Ze wil niet alleen iets vrolijks tekenen, maar ook de wedstrijd winnen. Als de tekeningen zijn ingeleverd vraagt ze zich af hoe die meesters en juffen er nu achter kunnen komen welke de beste is. Hoe moet zo'n tekening die wint er uitzien. Het duizelt Rita van gedachten. Wie zal winnen? En waarom? Van Rita Verschuur verscheen eerder: Hoe moet dat nu met die papillotten Mijn hersens draaien rondjes, Vlag en Wimpel 1995 Vreemd land, Zilveren Griffel 1.996 en Nienke van Hichtumprijs 1997 Hoofdbagage Uit de pers: Verschuur schrijft onverschrokken op wat er gedacht wordt'Marjoleine de Vos NRC Handelsblad... Met Vreemd land heb ik het gevoel een bescheiden meesterwerk in handen te hebben...'Bregje Boonstralde Groene Amsterdammer
  • In Oeroeg vertelt Hella S. Haasse het aangrijpende verhaal van een vriendschap tussen een Nederlandse planterszoon en een zoon van een Indische ondergeschikte: Oeroeg. Geleidelijk aan groeien de twee jongens uit elkaar. Wanneer de Nederlandse jongen, de ik-figuur, na een studie in Delft terugkeert in het Indië dat nog net geen Indonesië is geworden, staan de twee zwaar bewapend tegenover elkaar. Oeroeg vertelt zijn jeugdvriend dat die niets meer in het land te zoeken heeft. De ik-figuur blijft met lege handen achter: 'Ik kende hem [alsJ een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit. Is het te laat?'Oeroeg is verfilmd door regisseur Hans Hylkema
  • Johannes Jacobus Willebrordus, oftewel Joost Zwagerman, wordt geboren op 18 november 1963 in Alkmaar. Zijn beide ouders werken in het onderwijs. Als kind van negen jaar maakt hij al zijn eigen blaadje , de Zwagergids. Hij stelt het samen uit teksten en foto's die hij uit de VARA-gids haalt en vervolgens naar zijn eigen ideeën bewerkt. In een interview in 1992 in De Morgen zegt hij over dit blaadje: 'Ik annexeerde, plagieerde, en componeerde - misschien was ik wel de jongste postmodernist van Nederland'. Zwagerman gaat naar het atheneum aan de Rijksscholengemeenschap Noord-Kennemerland in Alkmaar. Na drie jaar moet hij overstappen van atheneum naar HAVO vanwege gedragsproblemen. Na de middelbare school kiest hij voor de Pedagogische Academie. Het eerste jaar, in 1981, volgt hij lessen in Bergen. Het tweede en derde jaar in Alkmaar. Aansluitend hieraan begint hij in 1984 aan de opleiding Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Ga naar de bovenkant