-
In het boek van de maand juni 1982 praten twintig mensen over hun verzameling van o.a. schrijfmachines, antieke poppen, blikverpakkingen en poeziealbums. Zij vertellen hoe zij tot het verzamelen gekomen zijn en hoe hun kollektie eruit ziet en geven tips voor het aanleggen voor een verzameling. Daarnaast is er aandacht voor de ontwikkeling die het verzamelen doormaakte en voor literatuur op dit gebied; tevens is er een lijst van markten en veilingen. Het geheel is geillustreerd met een groot aantal kleurenfoto's. Naar uitgeversinformatie; daardoor kan het katalogusmateriaal onnauwkeurigheden bevatten.
-
Voor het voorplat is gebruik gemaak van een schilderij van Jan Goeting 1950 en voor de Achterplaat van een madaillon van A. Goudschaal 1914 Met 10 bladzijden zwart wit foto' Biografie van Victorine Hefting, van 1947 tot 1950 directrice van het Gemeentemuseum in Den Haag, en van 1950-1964 gehuwd met de uitgever Bert Bakker sr., werd in 1905 geboren als dochter van een Utrechtse huisarts. Biografie van Victorine Hefting(1905). Zij heeft o.a. door haar werk als directrice van het Haagse Gemeentemuseum, haar huwelijk met de uitgever Bert Bakker en haar vele artistieke en politieke contacten een belangrijke rol gespeeld in het culturele leven van Den Haag. Op zeer openhartige wijze met veel details wordt het levensverhaal verteld van haar vroegste jeugd, haar huwelijken, haar vriendschappen en de relaties en contacten op haar werk. In de meestal rondom een persoon gecomponeerde hoofdstukken ligt de nadruk op de waardering voor, of de kritiek op de persoonlijke eigenschappen van de mensen die haar leven beinvloed hebben. Over het werk van de kunstenaars wordt bij de schrijvers en dichters (bv. Nijhoff, Achterberg en Nagel) weinig, bij de beeldende kunstenaars (bv. Jan van Heel, Co Westerik, Willem Hussem en Kees Andrea) nagenoeg niets gezegd. Naast een onderkoeld verslag van een dramatische levensloop geeft het boek een persoonlijke visie op zo'n veertig jaar culturele geschiedenis van Den Haag.
-
De schrijfster Carry van Bruggen (1881 - 1932) werd geboren in Smilde als Carry de Haan. Zij was de zuster van Jacob Israël de Haan. Van Bruggen bracht haar jeugd door in de Zaanstreek. Haar vader was een streng joods-orthodoxe godsdienstleraar. Carry werd onderwijzeres in Amsterdam en trouwde in 1904 met de journalist Kees van Bruggen, redacteur en criticus van Het Volk en Algemeen Handelsblad, van wie ze, na een verblijf van een aantal jaren in Delhi en de geboorte van twee kinderen, uiteindelijk scheidde Vanaf haar debuut in 1907 (In de schaduw) publiceerde Van Bruggen verhalen en romans. In de Eerste Wereldoorlog werkte ze aan haar filosofische boek Prometheus, dat in 1919 verscheen. Aanvankelijk werd er nauwelijks op het boek gereageerd, maar het inspireerde Menno ter Braak tot het schrijven van zijn boek Carnaval der burgers. Ander non-fictiewerk is Uit het leven van een denkende vrouw (1920) en Hedendaags Fetisjisme (1925). In 1921 verscheen het sterk autobiografische Het huisje aan de sloot; in 1927 haar wellicht belangrijkste roman Eva, waarin de dood van haar broer Jacob Israël de Haan een rol speelt. Kort na de verschijning van deze roman belandde zij in een jarenlange depressie die eindigde in haar zelfmoord in 1932.