In 2004 publiceerde Monika Van Paemel Celestien, het vuistdikke eerste deel van een epos dat De gebenedijde moeders zou heten.
Veertien is Celestien als de Groote Oorlog voorbij is en zij, voor het leven , in dienst treedt van de familie Van Puynbroeckx; eerst bij de oude mevrouw en vervolgens in het gezin van Augustijn en Madame. Celestien is getuige van geboorte en dood en zorgt als een schaduwmoeder voor de kinderen en kleinkinderen van Augustijn . Met Madame sluit ze een pact om de hectische huishouding draaiende te houden. Ze kookt ,ze poetst , ze wast ,ze straft ,ze troost , terwijl er weer een oorlog uitbreekt en de generaties elkaar opvolgen . Wanneer Madame sterft en Celestien wordt opgeborgen in Welverdiend, eens het landhuis van de Van Puynbroeckxen ,maar nu een bejaardentehuis , komt zij in opstand : ze wil zich niet laten wegmoffelen. Ze overdenkt haar eigen leven en dat van de Van Puynbroeckxen , haar liefde voor Augustijn , het dagelijkse gevecht met Madame , het verdriet om 'de engeltjes' en de vreugde om de kinderen die bleven leven .In het huishouden van de Van Puynbroeckxen laat Monika va Paemel het Vlaanderen van de twintigste eeuw weerspiegelen ; Celestien blikt terug op een welbesteed bestaan dat zich afspeelt in de marge van geschiedenis ,maar in zekere zin doorslaggevend is geweest voor het verloop ervan.